e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

Gevonden: 1901
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zorgen voor zorgen voor: zörge vur (Oostrum) zorgen, zorg dragen voor, letten op III-1-4
zout zout: zalt (Oostrum), zālt (Oostrum, ... ) zout [DC 03 (1934)] III-2-3
zoutpot zoutpot: Veelal is dit een Keulse pot  zâltpot (Oostrum) zoutpot III-2-1
zoutvat zoutvaatje: zâltvetje (Oostrum) zoutvaatje III-2-1
zuigerklep pompenleertje: pōmpǝlɛrkǝ (Oostrum) De (leren) klep in de pompzuiger van een zuigpomp die zich opent bij de neergaande beweging van de zuiger. Zie ook afb. 236a en 241. Volgens de invuller uit L 329 was er aan het slotleer een slotlood (slq.tlɛüt) bevestigd.' [N 64, 133k; N 66, 49k; monogr.] II-11
zuigerleer pompenleer: pōmpǝlē̜r (Oostrum) De leren omkleding van de pompzuiger die zorgt voor de afdichting tussen pompzuiger en pomphuis. [N 64, 1331 add.; monogr.] II-11
zuurdesem desem: enigszins zuur geworden ofwel zuurgemaakte deeg, te gebruiken als (vervanger van) gist  dissem (Oostrum), zuurdeeg: zoērdieëg (Oostrum), zuurdesem: zoērdissem (Oostrum) zuurdeeg || zuurdesem III-2-3
zuurkool tonnenmoes: tònnemoes (Oostrum), zuurmoes: Mit zoermoes kunde dn terring eweg aete: door zuurkool te eten kan men genezen van tbc  zoermoes (Oostrum) zuurkool III-2-3
zwaaihaak zwaaihaak: zwājhǭk (Oostrum, ... ) Winkelhaak waarvan de benen beweegbaar zijn. De zwaaihaak bestaat doorgaans uit een huis en een veer die scharnierend met elkaar verbonden zijn. Met een schroef kan men de veer in de gewenste hoek vastzetten. Men onderscheidt de enkele en de dubbele zwaaihaak. De eerste is L-vormig, de tweede heeft de vorm van een T. De zwaaihaak wordt gebruikt om hoeken op te meten en af te tekenen. Zie ook het lemma "zwaaihaak" in Wld II.9, pag. 11-12 en afb. 78. [N 33, 318b; N 64, 79a] || Winkelhaak waarvan de benen ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn, zodat men er scherpe, rechte en stompe hoeken mee kan afschrijven en kan controleren. Zie ook afb. 105 en vgl. het lemma ɛzwaaihaakɛ in Wld II.9, pag. 11-12 en Wld II.11, pag. 57-58. De kuiper gebruikt de zwaaihaak onder meer tijdens het opzetten, het overeind zetten van de duigen in een voorlopige kopband. Hij kan dan met de zwaaihaak controleren of het vat de juiste stand behoudt. Zie ook het lemma ɛhet vat opzettenɛ.' [N 53, 189; N E, 27; N G, 18b; monogr.] II-11, II-12
zwager gezwagers: gezwaogers (Oostrum), schoonbroer: schónbruur (Oostrum), zwager: zwaoger (Oostrum) gezamenlijke zwagers (in één familie) || schoonbroer, zwager || zwager III-2-2