e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

Gevonden: 1901
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boter botter: botǝr (Oostrum) Het bovengedreven vet op de melk. Dit is het eindprodukt van het karnen. [N 12, 51, 52, 55, 58 en 61; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 1u, 114; L 20, 26b; L 22, 8; L 27, 67 en 69; S 4 en 17; A 4, 26a en 26b; A 7, 19, 21, 22 en 23; A 9, 15b; A 16, 8a; A 28, 7; N 5A (I] I-11
boterham boterham: enne ángekleejden bòttrám: een belegde boterham Ennen bóttrám mit tevreejenheid Groeëte bòttrámme klaen kunne make: een grote mond hebben maar niks presteren  bòttrám (Oostrum) boterham III-2-3
boterham (kinderwoord) bam: bám (Oostrum) kinderwoord voor een boterham III-2-3
boterham met vet smoutboterham: smâltbòtterhám (Oostrum) brood met alleen wat vet als beleg III-2-3
boterham van wit en zwart brood boxmeerse boterham: bòksmérsen bòttrám (Oostrum) twee gesneden witbrood met één snee roggebrood er tussen en beleg III-2-3
boterhamworst boterhammenworst: boterhammewo.rst (Oostrum), bòttrámmewaorst (Oostrum) boterhamworst [N 06 (1960)] III-2-3
boterkorf botterkorf: botǝrkø̜rf (Oostrum) Rechthoekige mand met hengsel en aan de bovenzijde soms twee kleppen. Zie ook afb. 289. De boterkorf werd volgens het Venrays woordenboek (pag. 105) vroeger gebruikt door boeren om daarmee hun zelfgemaakte boter naar de markt te brengen. [N 20, 50; N 40, 97; N 40, 111; N 40, 112; N 40, 113; monogr.] II-12
boterkussentje boterbabbeltje: bòtterbebbelke (Oostrum) boterbabbelaar III-2-3
boterpot boterpotje: bòtterpötje (Oostrum) boterpotje III-2-1
botervlootje boterschotel: bòtterschòttel (Oostrum), botervloot: bòttervloeët (Oostrum) botervloot III-2-1