25116 |
bui, regenbui |
regenbui:
raegenbuuj (L216a Oostrum)
|
bui, regenbui
III-4-4
|
31267 |
buigijzer |
buigijzer:
bȳǝx˱īzǝr (L216a Oostrum)
|
Een driehoekig blok ijzer met aan de onderzijde een pin, dat in het aambeeldgat wordt geplaatst en wordt gebruikt om er met behulp van een hamer stukken ijzer op te buigen. Zie ook afb. 26. [N 33, 45-46; N 33, 55]
II-11
|
17634 |
buik |
buik:
boek (L216a Oostrum)
|
buik (lijf) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
18095 |
buikpijn |
buikpijn:
boekpín (L216a Oostrum),
pijn in zijn buik:
pín in mínən boek (L216a Oostrum)
|
ik heb pijn in mijn buik of de buik doet mij zeer [DC 01 (1931)]
III-1-2
|
20455 |
buitenechtelijk kind |
voorkind:
vurkiend (L216a Oostrum)
|
kind dat reeds geboren is voordat de moeder trouwt
III-2-2
|
24135 |
buizerd |
buizerd:
būzerd (L216a Oostrum)
|
buizerd
III-4-1
|
20765 |
busbrood |
busbrood:
busbroeëd (L216a Oostrum),
potweg:
potweg (L216a Oostrum)
|
brood dat in een blik is gebakken || brood wat in een pot of een ketel gebakken werd
III-2-3
|
20865 |
cacao |
cacao:
kekaow (L216a Oostrum, ...
L216a Oostrum)
|
cacao || chocoladepoeder
III-2-3
|
24604 |
canadapopulier |
canadas:
canadese populier
kánnadas (L216a Oostrum)
|
populier, soort
III-4-3
|