e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

Gevonden: 1901
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dille venneke: vinneke (Oostrum), éénjarige schermbloemkruid gebruikt bij het inmaken van augurken en komkommers  vinneke (Oostrum) dille I-7, III-2-3
dochter dochter: daochter (Oostrum), met accent grave op de o  dōchter (Oostrum), dôchtər (Oostrum) dochter [DC 03 (1934)] III-2-2
dode dode: dojje (Oostrum), lijk: liek (Oostrum), overledene: ovverleejene (Oostrum), J(onger) V(enraays)  overledene (Oostrum) de overledene || een dode (zn) || lijk || overledene III-2-2
doffer, mannelijke duif hoorn: hoorn (Oostrum) doffer, mannetjesduif III-4-1
dom stom: stòm (Oostrum) dom III-1-4
domme man klotskop: klotskop (Oostrum), uilskuiken: uulskuk (Oostrum) stom iemand, grote stommerik || uilskuiken, dommerik III-1-4
domme vrouw doos: doeës (Oostrum) dom vrouwspersoon III-1-4
dommekracht winde: wīn (Oostrum) Werktuig om zware voorwerpen op te tillen. Het bestaat uit een zware kast, waarin een getande stang met haak door middel van een zwengel omhoog en omlaag kan worden bewogen. De dommekracht wordt onder het op te heffen voorwerp geplaatst. Zie ook afb. 3. [N 33, 219] II-11
donderbeestje hommelbeestje: hòmmelbieësje (Oostrum) donderbeestje III-4-2
donderen hommelen: Opm. synoniem J.V.: doondere/dòndere.  hòmmele (Oostrum) donderen, onweren III-4-4