e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

Gevonden: 1901

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) genoffeltje: witte anjelier (dianthus caryophyllus)  snuffelke (Oostrum), violet: dianthus carophyllus  flet (Oostrum), Dianthus caryophyllus  flet (Oostrum) anjelier || tuinanjer III-2-1
appel, overige soorten appel: áppel (Oostrum), kersappeltje: kersappeltje, zeer klein appeltje  kerséppelke (Oostrum), moesappel: bramsleys seedly  moesáppel (Oostrum), slupappel: appel die opgeraapt is  slupáppel (Oostrum), streepjesappel: waarop fijne rode streepjes lopen  striepkesáppel (Oostrum), valappel: valáppel (Oostrum) appel || appel, soort || valappel I-7
appelboom appelboompje: Vraag: "appelboomjes", diminutief gelaten; enkelvoud opgenomen  appelbömke (Oostrum), appelenboom: áppelenboeëm (Oostrum, ... ) [DC 03 (1934)]appelboom I-7
appelmoes appelenmoes: áppelemoes (Oostrum), appelmoes: áppelmoes (Oostrum, ... ), prut: De prut stöt ien de kelder Prut koke: appelmoes maken  prut (Oostrum) appelmoes III-2-3
appelpannenkoek appelkoek: áppelkoēk (Oostrum) appelpannekoek III-2-3
arend van de zeis ang: ãŋ (Oostrum) Het blad van de zeis loopt aan de zijde waar het met de steel verbonden is uit in een smal, vaak extra verstevigd, stukje staal, de arend, dat tegen de steel van de zeis aanligt en door middel van de zeisring daaraan wordt vastgemaakt. Aan het uiteinde is de arend voorzien van een nokje dat in een gat in de steel wordt gestoken of geslagen; soms zijn er twee dergelijke nokjes (vergelijk het woordtype dobbelang). Voor de hoek die de arend met het zeisblad maakt, en het belang hiervan voor een goede "voering" van de zeis, zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. Zie afbeelding 5, nummer 1. [N 18, 68a; JG 1a, 1b; A 4, 28c; A 14, 1; L 20, 28c; L 45, 1; monogr.] I-3
armvol armvol: aervel (Oostrum) ervel, armvol III-4-4
asbak asbak: âsbák (Oostrum), assenbak: âssenbák (Oostrum) asbak III-2-1
asfaltpapier dakleer: dáklē̜r (Oostrum) Poreus bordpapier, gedrenkt in asfalt of zware teeroliën. Asfaltpapier wordt gebruikt als isolatiemateriaal tegen vocht maar ook als dakbedekking. 'Lodorite' is een asfaltbitumen juteweefsel dat als afdichtingsmateriaal in stroken wordt verwerkt. [N 31, 36b; N 64, 155b; monogr.] II-9
aslade asselade: âsselaaj (Oostrum), assenbak: âssenbák (Oostrum), kachellade: káchellaaj (Oostrum) aslade || de aslade in het fornuis/de kachel/haard III-2-1