e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Oostrum

Overzicht

Gevonden: 1901
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kelder kelder: \'n Huus vol daochters is as enne kelder vol zo‰r bi‰r: wie veel dochters heef loopt kans er mee te blijven zitten  kelder (Oostrum) kelder III-2-1
keper keper: kēpǝr (Oostrum) Elk van de balkjes van ongeveer 5 x 7 cm dikte, die op 50 cm afstand van elkaar verticaal over de gordingen worden gespijkerd. Zie ook afb. 49o. [N 54, 175; monogr.; div.] II-9
kerkhof kerkhof: kerkhof (Oostrum) Kerkhof [kirkuf, doeje kirkuf]. [N 06 (1960)] III-3-3
kerkuil torenuil: torenuul (Oostrum) kerkuil III-4-1
kern sluik: sluk (Oostrum) Uitsteeksel dat komt bloot te liggen, wanneer de koe een hoorn afstoot. [A 4, 15; L 20, 15] I-11
kernhout ziel: ziēl (Oostrum) kern, nieuwgevormde — in gewas III-4-3
kers, zoete soorten wijnkers: wienkérs (Oostrum) wijnkers I-7
kersenbloesem kersenbloei: kersenbläöj (Oostrum) kersenbloei I-7
kersenboom kersenboom: kersenboeëm (Oostrum) kersenboom I-7
keuken keuken: \'n Vette keuke, \'n mager testement: wie royaal is met eten en drinken , houdt niet veel over Wie nie braoje kan, mòt uut de keuke wegbliëve: men moet zich niet bemoeien met zaken waar men geen verstand van heeft  keuke (Oostrum) keuken III-2-1