e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opglabbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
engelbewaarder engelbewaarder: ingəlbəwāārdər (Opglabbeek) Een beschermengel, bewaarengel, engelbewaarder, schutsengel. [N 96D (1989)] III-3-3
engelenmis engelenmis: ingələməs (Opglabbeek) Een Engelenmis, een lijkdienst voor een kind dat jonger is dan zeven jaar en de eerste H. Communie nog niet heeft gedaan. [N 96D (1989)] III-3-3
enig kind enigste: ijnigstə (Opglabbeek) een enig kind; een kind dat geen broers of zusters heeft [koekoek, koekoeksjong] [N 87 (1981)] III-2-2
enkel enkel: ech heb minən eŋkəl kapot gəstytə (Opglabbeek), eŋkəl (Opglabbeek) enkel (subst) [ZND m] || ik heb mijn enkel stuk gestooten [ZND 01u (1924)] III-1-1
enten afgreffelen: afxafxrɛfələ (Opglabbeek) [RND 08] I-7
enter jaarling: jǭrleŋ (Opglabbeek) Rund dat één jaar oud is. [N C, 9d; monogr.; add. uit N 3A, 15 en 20] I-11
envelop envelop (<fr.): ejn amvəloͅp (Opglabbeek), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller noteert bij spellingssysteem: WBD-WLD, behalve je = dj.  envəlóppə (Opglabbeek) de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)] || een omslag (van een brief) [ZND 39 (1942)] III-3-1
epidemie ziekte die besmettelijk is: besmettelik (Opglabbeek), die zeekte is besmèttelek (Opglabbeek), ziekte die voortgaat: di zēgdə geit fy(3)̄rt (Opglabbeek) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] III-1-2
epistel epistel (<lat.): epistel (Opglabbeek) De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
ereboog ark: de ark (Opglabbeek) Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)] III-3-2