e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opglabbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fortuin maken geld verdienen: geͅlt feͅtdēnə (Opglabbeek) Fortuin. [ZND 35 (1941)] III-3-1
framboos hennenbeer: hinnebiêre (Opglabbeek) I-7
franciscaan bruine pater (lat.): brūūnə pāātər (Opglabbeek) Een Franciscaan of Minderbroeder [bruine pater, de Broune, Minnebroor, broene paater]. [N 96D (1989)] III-3-3
franje franel: (mv)  frānǝls (Opglabbeek), franje: franjǝ (Opglabbeek), franjə (Opglabbeek), franjel: fRaanjəllə (Opglabbeek), fraanəls (Opglabbeek) Hoe noemt U een randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden (franje?)? [N 62 (1973)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.] II-7, III-1-3
frankrijk frankrijk: oude mensen : Vrankrik  vēͅ heͅbə eͅn Frankrīk gəzēͅtə (Opglabbeek) Wij hebben in Frankrijk gezeten. [ZND 35 (1941)] III-3-1
fret fret: fret (Opglabbeek) fret: Hoe noemt u in uw dialect het marterachtige roofdier waarmee men jaagt op konijnen (het is de tamme albinovorm van de bunzing)? [N100 (1997)] III-4-2
fris weer kil: keel (Opglabbeek), killig: killig (Opglabbeek), schuw: JK: correct overgenomen  sjoch (Opglabbeek) tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)] III-4-4
fronsen fronsen: froensen (Opglabbeek) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, fronselen, rimpelen). [N 106 (2001)] III-1-1
fruit bewaren mouten: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 38-51  mōteͅn (Opglabbeek) leggen de kinderen fruit te rijpen in verborgen hoekjes; hoe noemen zij dat: meuken of iets dergelijks? [ZND 01u (1924)] III-2-3
fruit eten snatsen: snaatse (Opglabbeek), snààtsə (Opglabbeek), snáátse (Opglabbeek) fruit eten; Hoe noemt U: (Veel, onrijp) fruit eten (groezen, snaaien, snatsen, snoeien) [N 80 (1980)] III-2-3