e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opglabbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gerstebier gerstebier: garstəbēr (Opglabbeek) gerstenbier [ZND 24 (1937)] III-2-3
geruite jurk ruitjeskleed: ritjeskleͅit (Opglabbeek) jurk van geruite stof [ruutekeskleid] [N 24 (1964)] III-1-3
geschenk cadeau (fr.): kádoo (Opglabbeek) dat wat je kado geeft [gave, geschenk, gift, present, zende, kado] [N 89 (1982)] III-3-1
geschiedenis geschiedenis: n gəšēdəneͅs vərteͅlən (Opglabbeek) Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)] III-3-1
geslacht familie: fəmeelīē (Opglabbeek) de gezamenlijke afstammelingen van een gemeenschappelijke stamvader, geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] III-2-2
geslachtsgemeenschap hebben poepen: pŏĕpə (Opglabbeek) geslachtsgemeenschap uitoefenen [N 10C (zj)] III-2-2
geslachtsrijpe koe bekwaam voor te winnen (woordgr.): bǝkwam vir tǝ wenǝ (Opglabbeek), vaars: vęi̯rs (Opglabbeek) Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23] I-11
gesloten boerderijtype toe geleg: tu [geleg] (Opglabbeek) De bouwdelen van dit boerderijtype omsluiten het erf aan alle vier de zijden; in Nederland wordt dit type wel de "Limburgse hoeve" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen"(1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 6. [N 4A, 4] I-6
gesneden mannelijk schaap hamel: hā.mǝl (Opglabbeek), hāmǝl (Opglabbeek) [N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.] I-12
gesneden mannelijk varken berg: bęrx (Opglabbeek), bęrǝx (Opglabbeek), bɛ.rǝx (Opglabbeek), bɛrx (Opglabbeek) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12