e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opglabbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hek aan de ingang van een wei hek: hęk (Opglabbeek), poort: pǫrt (Opglabbeek) In dit lemma zijn vooral de antwoorden ondergebracht van de vragen naar ø̄hek aan de ingang van een weiø̄ (N 14, 67), ø̄een (toegangs)hek, gevlochten van twijgen en opgehangen tussen twee stijlen, dat in een omheining is aangebracht of op een dam (in een sloot) is geplaatstø̄ (A 25, 5a), ø̄een hek, slag- of draaiboom op een doorgang naar akker of weide, of ter versperring van een weg in privaatbezitø̄ (L 19B, 6). [N 14, 67; A 25, 5a; L 19B, 6; Vld.; JG, 2c; monogr.] I-8
hek, hekwerk hek: heik (Opglabbeek), weipalen: weipaole (Opglabbeek) Afscheiding of omheining uit staken, staven of palen (heining, grille, hekkens, hek) [N 79 (1979)] III-2-1
hek, poortje achterpoortje: achterportsje (Opglabbeek), veken: fekke (Opglabbeek), Omdet het vekke upestòng is den hònd könne wegluipe  vekke (Opglabbeek) achterpoortje naar de tuin of het achteruit || hekken || poortje in b.v. een haag III-2-1
hekel hekel: īǝkǝl (Opglabbeek) Plank met rechtop staande pinnen waar het vlas doorheen wordt getrokken. [L 1, a-m; L 26, 30; monogr.] I-5
hekwerk van stalpalen reep: rē̜ ̞i̯p (Opglabbeek) Het geheel van de stalpalen, de koedrempel en de bovenste kribbeboom, dat de koeienstand van de krib en de voergang scheidt. Omdat het een hekwerk is en omdat er vóór ook wel hooi voor de koeien geworpen wordt, kunnen de benamingen overeenkomen met die voor een ruif. [N 5A, 38; N 4, 60; A 44, 21h] I-6
hel hel: hél (Opglabbeek) De hel [hèl, höl]. [N 96D (1989)] III-3-3
helemaal, geheel en al heel: Iemand helemaal niet kennen: Ich kön hem van hart of start.  hiêl (Opglabbeek), ram: ram (Opglabbeek), rats: rats (Opglabbeek) helemaal, geheel en al III-4-4
helling, talud afzink: aafzink (Opglabbeek) helling, talud III-4-4
helpen helpen: heͅlpə (Opglabbeek) helpen [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
hemel hemel: he.məl (Opglabbeek), heməl (Opglabbeek, ... ) De hemel [himmel, heemel]. [N 96D (1989)] || hemel [RND] || Hemel. [ZND 01 (1922)], [ZND A1 (1940sq)] III-3-3