32689 |
het land aftreden |
aftreden:
ã.ftręi̯ǝ (L416p Opglabbeek),
ā.ftrę̄.i̯ǝ (L416p Opglabbeek)
|
Voordat men begint te ploegen, schrijdt men de akker langs twee tegenover elkaar gelegen zijden af, a) om het midden te bepalen als men bijeen gaat ploegen, b) om hem in gelijke stukken te verdelen, als men in panden gaat ploegen, c) om de vooraf of achteraf te ploegen hoek uit te zetten, als het een gerende akker betreft. De opgesomde termen, die alle "het land", "de akker", "de plak" e.d. als object veronderstellen, zijn ook toepasselijk op het schrijdend opmeten van het land in het algemeen. [N 11, 40; N 11A, 131a; JG 1a + lb; monogr.]
I-1
|
34007 |
het paard met een dubbele lijn leiden |
jacht:
jāxt (L416p Opglabbeek),
met de lijn houden:
met ˲dǝ lin hau̯ǝ (L416p Opglabbeek),
met dobbel kordeel varen:
męt˱ dǫbǝl kǝrdīǝl vā.rǝ (L416p Opglabbeek),
met dobbele jacht varen:
męt˱ dǫbǝl jāxt ˲vārǝ (L416p Opglabbeek)
|
Het paard besturen met een lange teugel uit één stuk, die aan de ene kant van het gebit vertrekt, langs de hand van de voerman gaat en langs de andere kant weer aan het gebit bevestigd is (cf. lemma Dubbele Lijn). Bij deze dubbele lijn, die links én rechts naar de hand van de voerder komt, trekt men aan de kant van de richting die het paard moet inslaan. Werkwoorden zoals varen, leiden werden niet altijd opgegeven. [JG 1b; N 8, 101b-c; N 13, 30 en 35]
I-10
|
34006 |
het paard met een enkele lijn leiden |
enkele kordeel:
ęŋkǝl kǝrdīǝl (L416p Opglabbeek),
met het kordeel houden:
met ǝt kǝrdīǝl hāu̯ǝ (L416p Opglabbeek)
|
Het paard mennen met een lijn die uit twee delen bestaat, één dat via de rug van het paard de twee uiteinden van het gebit verbindt (cf. lemma Loenje), en een enkele lijn die aan het achterste einde van de eerste bevestigd is (cf. lemma Kordeel, Hotlijn). Die enkele lijn, het kordeel, houdt de voerman in de hand. Om het paard links te doen afslaan, houdt hij die strak gespannen; om het rechts te doen afzwenken, trekt hij met kleine schokjes (stuiklijn). Werkwoorden zoals varen en leiden werden niet door alle corresponenten gegeven. [JG 1b; N 8, 101a; N 13, 29; monogr.]
I-10
|
33921 |
het paard wennen aan tuig en arbeid |
aanleren:
ānlīrǝ (L416p Opglabbeek)
|
[N 8, 99]
I-9
|
25443 |
het vlees in stukken snijden |
kapotsnijden:
kapǫt snī-jǝ (L416p Opglabbeek),
uitereendoen:
ūtǝręjn dōn (L416p Opglabbeek)
|
Als één der helften van het gekloofde dier verwerkt wordt, snijdt men deze eerst in enkele grote, wat handzamer stukken. [N 28, 98; monogr.]
II-1
|
25441 |
het vlees laten besterven |
afkoelen:
āfkēlǝ (L416p Opglabbeek),
laten besterven:
lǭtǝ bǝstęrvǝ (L416p Opglabbeek)
|
Na het verwijderen der ingewanden e.d. en het schoonmaken laat men het vlees hangen om het te laten afkoelen en opstijven. De volgende dat wordt het verder verwerkt. Enerzijds is dit een eis van de keuringsdienst (eventuele ziektes e.d. zijn dan makkelijker te constateren), anderzijds komt dit besterven volgens velen de smaak van het vlees ten goede. [N 28, 95; monogr.]
II-1
|
28632 |
het vlieggat dichtstoppen |
opstoppen:
opstoppen (L416p Opglabbeek)
|
Wanneer men met de kasten of korven reist, stopt men het vlieggat dicht. Bij een kast gebeurt dit afsluiten met een schuif, bij een korf met hooi, gras of gaas. Korven en kasten worden met de onderkant boven en de raten in het verlengde van de as richting voertuig geplaatst (L 265, 289 en 333) en stevig met elkaar verbonden. [N 63, 104d; N 63, 105; monogr.]
II-6
|
21436 |
het volle bedrag |
de hele mest:
ps. omgespeld volgens Frings.
dən hīlə meͅst (L416p Opglabbeek),
de volle prijs:
ps. omgespeld volgens Frings.
voͅlə pris (L416p Opglabbeek)
|
volle bedrag, de gehele som, zonder korting [de hele poet, de volle roefel, de hele paaj?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
19415 |
het vuur doven |
doven:
dòwve (L416p Opglabbeek),
uitdoen:
uitdōon (L416p Opglabbeek),
ūūjtdoon (L416p Opglabbeek),
ūət˂dōn (L416p Opglabbeek),
óutdoon (L416p Opglabbeek)
|
de kachel dooven [ZND 31 (1939)] || Het branden doen eindigen (blussen, doven) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20678 |
hete bliksem |
hete bliksem:
heije bliksem (L416p Opglabbeek),
heite bliksem (L416p Opglabbeek)
|
stamppot van gestoofde aardappelen met vlees en appels
III-2-3
|