e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opglabbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inkuipen inzouten: ęnzawtǝ (Opglabbeek) De stukken vlees rangschikken in de houten kuip waarin ze bewaard worden. Volgens een aantal respondenten (L 163, 265, Q 118, 121, 198) worden de schenken op de bodem gelegd en daarbovenop het spek. Schouderstukken en poten worden ertussen gelegd (L 265). Bovenaan komen ook de ribben te liggen (L 330). [N 28, 111; monogr.] II-1
inleggen (in een voor) zetten: zętǝ (Opglabbeek) Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.] I-5
inmaakpot bonenpot: bii̯nəpoͅt (Opglabbeek), moespot: mōspoͅt (Opglabbeek), moeston: houten tobbe voor zuurkool:moeston  mōston (Opglabbeek) pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
inmijner? (wbd) strooien man: strūūjəmàəŋ (Opglabbeek) het bedrag waarmee men het bod verhoogt (door bijv. als verkoper mee te bieden) op een veiling [hoog] [N 89 (1982)] III-3-1
innemen inpakken: enpakǝ (Opglabbeek) Door het innaaien van zomen of plooien het kledingstuk nauwer maken. [N 62, 23a; MW] II-7
inschenken inschudden: sjöd nog mè ins in, want het waas hiêl lekker  insjödde (Opglabbeek) inschenken III-2-3
inschieten inschieten: enšētǝ (Opglabbeek), schieten: šētǝ (Opglabbeek) Het deegbrood in de oven plaatsen. Een bij het werkwoord opgegeven object "brood", "deeg" e.d. wordt niet gedocumenteerd evenmin de bepaling "in de oven". [N 29, 45a; L 40, 13b; N 29, 30b; monogr.; OB 2, 2d] II-1
inslaan, van de bliksem gezegd inslaan: inslaan  ensloͅn (Opglabbeek), uitslaan: y(3)̄tslōͅn (Opglabbeek) inslaan, gezegd van de bliksem [afvellen] [N 22 (1963)] III-4-4
inspannen inspannen: enspanǝ (Opglabbeek) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
interen interen: interen (Opglabbeek) Het aanspreken van de voorraad voedsel door de bijen, die in wintertros bij elkaar hangen. [N 63, 54c] II-6