e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opglabbeek

Overzicht

Gevonden: 5774
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brem brem: bröm (Opglabbeek), -  bremme (Opglabbeek), brim (Opglabbeek) brem || brem: lage heester met gele zijstandige bloemen, die in de heide of ok langs spoorbanen groeit; fr. genêt; lat. genista [ZND 32 (1939)] III-4-3
brengen brengen: bReŋə (Opglabbeek) brengen [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
bretel bretel (<fr.): bretels (Opglabbeek), help: helpen (Opglabbeek), helpə (Opglabbeek), Mv.  heͅlpə (Opglabbeek) bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)] || de bretels [N 59 (1973)] || draagband om een broek op te houden (fr. bretelle) [ZND 35 (1941)] III-1-3
breuk breuk: briek (Opglabbeek), brīk (Opglabbeek), bryək (Opglabbeek) een breuk [ZND A2 (1940sq)] || hij heeft een breuk (in de buik; Fr. hernie) [ZND 22 (1936)] III-1-2
breukhengst gebroken hengst: gǝbrȳkǝ hęŋst (Opglabbeek) Een hengst waarbij door het castreren een darmuitstulping optreedt. [N 8, 61c] I-9
brief brief: bre.f (Opglabbeek), brēf (Opglabbeek) brief [RND], [ZND m] III-3-1
briefkaart postkaart: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller noteert bij spellingssysteem: WBD-WLD, behalve je = dj.  póstkáárt (Opglabbeek) de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] III-3-1
briesen pruisen: prusǝ (Opglabbeek), spruisen: sprūǝsǝ (Opglabbeek) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9
briket briket: briket (Opglabbeek), brikette (Opglabbeek) (Langwerpig) stuk brandstof, geperst uit steenkool- of bruinkoolgruis, fijngemaakte turf of houtskool met water en leem vermengd (briket, kluit, slof) [N 79 (1979)] III-2-1
bril bred: brīǝt (Opglabbeek) Verzwaard, dwars sluithout waardoor de vregelpaal gestoken werd. De vregelpaal is een boom die overlangs in de bak van de hoogkar ligt en die, samen met de vregelstok en het bindtouw, gebruikt wordt om het hooi vast te zetten (voor meer uitleg zie WLD I.3, onder de lemmata touw om het hooi vast te sjorren, vregelpaal en vregelstok). Zoals op de kaart duidelijk blijkt, is dit systeem vooral in gebruik in de streken met de meest vruchtbare grond, m.n. in het Maasland en in het zuidoosten van Haspengouw. [N 17, 14b; JG 1b; JG 2c] I-13