e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opglabbeek

Overzicht

Gevonden: 5774
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
diarree aan de/het schijt: ān dǝ sxīt (Opglabbeek), afgang: āāfgaṇk (Opglabbeek), schijt: aan de schiet (Opglabbeek), šīt (Opglabbeek) Buikloop. Te dunne ontlasting, meestal veroorzaakt door een min of meer ernstige ontsteking van de darmen. Zie ook het lemma ''diarree'' in wbd I.3, blz. 472-474. [N 3A, 91, 99; A 48A, 52; monogr.] || Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)] || Diarree, buikloop (prutsj, loperij, aan de schiet, dunne, weke). [N 107 (2001)] I-11, III-1-2
diarree hebben aan de schijt (zijn): ānǝ šīt zēn (Opglabbeek) Te dunne ontlasting hebben, buikloop. [N 76, 51b; N 76, 51a] I-12
dichtmaken van de woning toestoppen: toestoppen (Opglabbeek) Het dichtmaken van spleten en openingen in de bijenwoning met propolis. [N 63, 53b; N 63, 53a; Ge 37, 142] II-6
dief dief: dēf (Opglabbeek, ... ), schelm: chelm (Opglabbeek), šeͅlm (Opglabbeek) dief [ZND 23 (1937)], [ZND m] III-3-1
dienstplicht doen binnen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller noteert bij spellingssysteem: WBD-WLD, behalve je = dj.  bənnə (Opglabbeek) zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)] III-3-1
diep diep: dēp (Opglabbeek) In dit lemma worden de plaatselijke varianten gegeven van het woord diep, voorzover dat - evenals de termen voor het tegengestelde begrip (zie het lemma ondiep) - gebruikt wordt of kan worden in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Voor het begrip "diep ploegen (vóór het zaaien)" kent men in bepaalde streken een speciale term waarin het woord diep niet voorkomt. Daarvoor zie men het volgende lemma [JG 1a + 1b; N 11, 39 + 42b + 46; N 11A, 107a + 108a; L 23, 8a; A 20, 1b; A 27, 24b; monogr.] I-1
diepzinnig overdacht zijn: hè is ieverdacht (Opglabbeek) Hij is diepzinnig. [ZND 33 (1940)] III-1-4
dier, beest beest: hier ook opgenomen mat. van ZND 21, 011  biest (Opglabbeek), ook in ZND 23, 009  bīəst (Opglabbeek) beest [ZND 01 (1922)] || dier [ZND 01 (1922)] III-4-2
dij bil: bel (Opglabbeek), bil (Opglabbeek, ... ) dij [ZND m] || Hoe heet het been boven de knie ? [ZND 23 (1937)] III-1-1
dijk dijk: dīk (Opglabbeek), opgehoopte aarde  diek (Opglabbeek) dijk [ZND 33 (1940)] || Opgehoopte aarde. [N 27, 24; L 33, 34] I-8, III-3-1