19754 |
beddenlaken |
laken:
lākə (Q010p Opgrimbie)
|
Een laken (op een bed) [ZND 34 (1940)]
III-2-1
|
21546 |
bedelen |
schooien:
bedelen, zich allerlei bijeenhalen zonder ervoor te werken
šūəjə (Q010p Opgrimbie)
|
kent ge het woord schooien ? (uitspraak + betekenis) [ZND 42 (1943)]
III-3-1
|
21558 |
bedienen |
bedienen:
bedēnə (Q010p Opgrimbie)
|
Hoe heet: iemand van de laatste Sacramenten voorzien? [ZND 32 (1939)]
III-3-3
|
34540 |
bedorven ei |
rotte eieren:
rotǝ ęi̯ǝr (Q010p Opgrimbie)
|
[N 19, 54d; L 6, 39; S 31; monogr.]
I-12
|
18965 |
bedriegen |
bedriegen:
ook materiaal Leuv. lijst 21, vr 6a
bədrēgə (Q010p Opgrimbie)
|
bedriegen [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
19471 |
bedsprei |
bedsprei:
beͅtspreͅi̯ (Q010p Opgrimbie)
|
Een bedsprei met franjes [ZND 23 (1937)]
III-2-1
|
22837 |
beeld |
beeld:
bē:lt (Q010p Opgrimbie)
|
Beeld. [ZND 01 (1922)]
III-3-2
|
33660 |
beemd |
band/bend:
bānt (Q010p Opgrimbie)
|
Het begrip beemd is, getuige ook de bronnenopgave bij dit lemma, vaak afgevraagd. Op grond van de informatie die de informanten bij hun antwoord gaven, springen er twee betekenissen uit van beemd. De eerste is ø̄lager gelegen, vochtig weilandø̄ en de tweede is ø̄hooiweide of hooilandø̄. Een aantal informanten vermeldt erbij dat beemd weiland is aan de Maas of aan een beek. Enkele andere bijvoegingen zijn: ø̄slechte wei met veel onkruidø̄, ø̄grasland zonder omheiningø̄, ø̄weiland met enkele bomenø̄, ø̄stuk zure grondø̄. De lage ligging wordt nogal eens als een slechte eigenschap, als minderwaardig, gewaardeerd. Sommige informanten geven aan dat een beemd iets anders is dan een broek. Mede door de diverse bijvoegingen bij de antwoorden zijn de beemd-opgaven daarom niet verwerkt in lemma 1.3.2 ɛlaaggelegen weidegrondɛ, waarin de broek-opgaven domineren. Binnen de woordtypen beemd en band/bend is niet altijd met zekerheid te zeggen of ze enkel- of meervoud zijn. Waar dit met zekerheid te zeggen is, is dit aangegeven.' [N 14, 53; N 14, 52; N 14, 50a; N 14, 50b; N 6, 33b; N P, 5; JG 1a, 1b, 1c; L 19b, 2aI; L 1a-m; L 4, 40; A 10, 4; S 2, 5, 43; Wi 6; RND 20; Vld.; monogr.]
I-8
|
17771 |
been |
been:
beͅjn (Q010p Opgrimbie, ...
Q010p Opgrimbie)
|
been [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)]
III-1-1
|
17561 |
been, beenderen |
knook:
knō.k (Q010p Opgrimbie, ...
Q010p Opgrimbie)
|
been [ZND 01 (1922)] || beenderen (op het kerkhof) [ZND 21 (1936)]
III-1-1
|