e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opgrimbie

Overzicht

Gevonden: 2062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kwezel kwezel: kwīzəl (Opgrimbie), ən kwēzəl (Opgrimbie) Kwezel. [ZND 01 (1922)] || Wat een kwezel! [ZND 29 (1938)] III-3-3
laag grond laag: lōͅ:gə (Opgrimbie), lōͅ:x (Opgrimbie), lōͅx (Opgrimbie) laag (znw.) [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-4-4
laag schoven op de wagen ring: rę.ŋk (Opgrimbie) Zie de toelichting bij het lemma ''tasser op de wagen'' (5.1.5). Voorkop is de laag op de naar voren uitstekende ladder boven het paard. [N 15, 42; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-4
laagte in het landschap laagte: līǝgdǝ (Opgrimbie) Een laagte in het landschap in het algemeen. Vergelijk ook lemma 1.2.8 ɛlaagte in een akkerɛ.' [L 29, 30; Wi 11; A 10, 4; S 20] I-8
laars (alg.) stevel: stivəl (Opgrimbie) Laars, een paar laarzen (hoge laars met schoen eraan vast) [ZND 37 (1941)] III-1-3
ladderboom ledderboom: lø̜dǝrbǫu̯.m (Opgrimbie), (mv)  lø̜dǝrbø̜i̯m (Opgrimbie) Elk van de twee balken van een zijladder waartussen zich de sporten bevinden. [JG 1a; JG 1b] I-13
lade tafellade: tōͅfəlāj (Opgrimbie) lade van een tafel [ZND 37 (1941)] III-2-1
laden laden: lāi̯.ǝ (Opgrimbie) De kar laden. Vergelijk ook WLD I, afl. 4, p. 84 ev [JG 1a, 1b; L 37, 14; Wi 33, 39; add. bij N 18] I-10
lading vracht: vrax (Opgrimbie) Datgene wat op de kar of kruiwagen wordt geladen. [JG 1a, 1b; Wi 52; monogr.] I-10
lage kachel voor de ketel met was of veevoer machinesketel: mǝšīnskē̜ ̞tǝl (Opgrimbie) De lage kachel waarop de ketel met was of veevoer verwarmd wordt. De benamingen met ketel doen denken aan een gecombineerde ketel en kachel, vast verbonden, met een grote inhoud. Een bereklauw heeft drie poten. De kachel dient niet om een ruimte te verwarmen. Sommige benamingen wijzen op de afwezigheid van een kachel of op de aanwezigheid van een open vuur. Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [L 23, 58c; monogr.] I-6