e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opgrimbie

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
litteken lijnteken: līnteͅikə (Opgrimbie), līnteͅjkə (Opgrimbie) een litteken [ZND 37 (1941)] || litteken [ZND 01 (1922)] III-1-2
long long: loŋ (Opgrimbie) long [ZND 01 (1922)] III-1-1
loof lover: vnml: afgevallen bladeren  loͅwvər (Opgrimbie) loof, lover [ZND m] III-4-3
loop van een geweer loop: də loͅyp (Opgrimbie) De loop van een geweer [ZND 30 (1939)] III-3-1
loot, nieuw uitgelopen twijgje scheut: šōͅt (Opgrimbie) loot [ZND 01 (1922)] III-4-3
lopen lopen: loͅ.wpə (Opgrimbie), loͅwpə (Opgrimbie), lǫu̯.pǝ (Opgrimbie) lopen [ZND 01 (1922)], [ZND 25 (1937)] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82] I-9, III-1-2
luchtx lucht: ps. omgespeld volgens Frings.  loͅx (Opgrimbie, ... ) lucht [ZND 01 (1922)], [ZND 04 (1924)] III-4-4
lucifer zwegel: zwēͅ.gəl (Opgrimbie, ... ), zwegeltje: zwēͅ.gəlkə (Opgrimbie, ... ) lucifer [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)] III-2-1
lui lui: ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)  lōͅj (Opgrimbie), loͅj (Opgrimbie) lui, traag [ZND 01 (1922)] III-1-4
lui (lieden) lui: də l"j zen vəndāg āləmōͅl būtən op ət felž ān t mējə (Opgrimbie), l"j (Opgrimbie), rīkə loj (Opgrimbie) De mensen zijn vandaag alle buiten op het veld en maaien. Mensen of lieden of lui enz. [ZND 04 (1924)] || lui (lieden) [ZND 01 (1922)] || Rijke lieden [ZND 30 (1939)] III-3-1