18010 |
flauwvallen |
van zijn sus gaan:
van zenne zus goon (Q010p Opgrimbie)
|
een beroerte, een geraaktheid krijgen [ZND 32 (1939)]
III-1-2
|
18021 |
fluim |
fluim:
fly:m (Q010p Opgrimbie),
[grenst aan ontrondingsgebied -> fluim; *vlijm, flijm]
flijm (Q010p Opgrimbie)
|
fluim [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)]
III-1-2
|
21345 |
fluisteren |
femelen:
Van Dale: femelen, 3. (gew.) fluisteren.
fīmələ (Q010p Opgrimbie),
fezelen:
Van Dale: fiezelen, (gew.) fezelen.
fīzələ (Q010p Opgrimbie)
|
fluisteren [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
28760 |
fluweel, velours |
velours:
flūǝr (Q010p Opgrimbie)
|
Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.]
II-7
|
18289 |
fluwelen broek |
velours (fr.) broek:
ən flūərə brok (Q010p Opgrimbie)
|
een fluwelen broek [ZND 23 (1937)]
III-1-3
|
33755 |
fokmerrie |
kweekmeer:
kwēkmē̜r (Q010p Opgrimbie),
veulensmeer:
vø̄.lǝsmē̜r (Q010p Opgrimbie)
|
Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b]
I-9
|
34312 |
fokzeug |
trekzoog:
tręksō.x (Q010p Opgrimbie)
|
Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.]
I-12
|
21556 |
fortuin maken |
fortuin maken:
fertyn mākə (Q010p Opgrimbie)
|
Fortuin. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
18784 |
franje |
franjel:
frānələ (Q010p Opgrimbie),
frāŋəl (Q010p Opgrimbie)
|
bedsprei met franjes [ZND 23 (1937)] || franje [ZND 01 (1922)]
III-1-3
|
21555 |
frankrijk |
frankrijk:
vər (h)øͅbən en frankrīk gəzētə (Q010p Opgrimbie)
|
Wij hebben in Frankrijk gezeten. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|