e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opgrimbie

Overzicht

Gevonden: 2062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gek gek: dwaas wordt niet gebruikt  gek (Opgrimbie) dwaas". Uitspraak + betekenis [ZND 33 (1940)] III-1-4
geknotte wilg soets: šūts (Opgrimbie, ... ) knotwilg [ZND 36 (1941)] || knotwilg (de boom, vooral een wilg, waarvan de takken afgehakt werden en waarop dan dunne twijgen uitschieten. Ze staan vooral langs sloten) [ZND 36 (1941)] III-4-3
gekruld haar krullen: krolə (Opgrimbie) hij heeft gekruld haar [ZND 35 (1941)] III-1-1
geld geld: geͅlš (Opgrimbie) geld [ZND 14 (1926)] III-3-1
gele lupine lupinen: lø`pinǝ (Opgrimbie) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gelijken (op) trekken: trekə (Opgrimbie) gelijken [ZND 25 (1941)] III-4-4
geloof geloof: ət gəloͅwf (Opgrimbie), o.  gəloͅ:wf (Opgrimbie) Geloof. [ZND 01 (1922)] || Hij heeft zijn geloof verloren. [ZND 23 (1937)] III-3-3
geloven geloven: gəloͅwvə (Opgrimbie), gəløͅwve (Opgrimbie), gəløͅwvə (Opgrimbie) Geloven. [ZND 01 (1922)], [ZND 35 (1941)] III-3-3
gemak gemak: ook ZND 23, 076  gəmāk (Opgrimbie) gemak [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemakkelijk gemakkelijk: ook materiaal znd 23, 77  gəmēͅkələk (Opgrimbie) gemakkelijk [ZND 01 (1922)] III-1-4