e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opgrimbie

Overzicht

Gevonden: 2062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klierziekte klieren: klērən hobə (Opgrimbie), De meeste informanten vertalen enkel het zinnetje hij heeft klieren (in de hals) zonder een speciale benaming voor deze klieren op te geven.  klē:rə (Opgrimbie), koningszeer: k"nənsiər (Opgrimbie) hij heeft klieren (in de hals). Bestaat hiervoor een speciale volksnaam ? [ZND 28 (1938)] || hoe heet de klierziekte die gezwellen in de hals veroorzaakt, die dan soms opengaan ? [ZND 36 (1941)] || koningszweer (kliergezwellen aan de hals, ook St-Marcoen geheten, Fr. scrofules) [ZND 05 (1924)] III-1-2
klikspaan overdrager: euverdraeger (Opgrimbie) klikspaan; Iemand die daar een gewoonte van maakt is een ...... [DC 48 (1973)] III-3-1
klit klit: klɛetər (Opgrimbie) klis [ZND 01 (1922)] III-4-3
klokhuis kits: kē‧tš (Opgrimbie) klokhuis (het binnenste van een appel) [ZND 17 (1935)] III-2-3
klomp klomp: klomp (Opgrimbie, ... ) In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp; Hoe heet een houten schoeisel (fr. sabot)? [ZND 36 (1941)] II-12, III-1-3
kloosterorde orde: ən straŋ ordə (Opgrimbie) Een strenge orde (kloosterorde geef aan of het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. [ZND 40 (1942)] III-3-3
kluit fom: mv. -\\  fomə (Opgrimbie) bollen die gevormd worden uit kolengruis, leem en water [ZND 36 (1941)] III-2-1
kluit aarde klot: klot (Opgrimbie), klǫt (Opgrimbie) [N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.] I-8
kluwen kluwen: onzijdig  klo:wə (Opgrimbie) Kluwen. [ZND 01 (1922)] III-1-3
knellen pitsen: petšə (Opgrimbie) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-2