e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opheers

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omhulsel van het teellid sluis: slǫu̯s (Opheers) Schede van de roede. [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
omslagdoek (alg.) neusdoek: nøyzduk (Opheers) schouderdoek, wollen ~ of omslagdoek, soms ook wel over het hoofd gedragen [neus-, nuisdook, nuizek, nuzzing, plak, plaggen, sjelon, falie] [N 23 (1964)] III-1-3
omwalde akker bosgrond: bǭsgrǫnt (Opheers) Een akker welke omsloten is door een akkerwal, een brede gracht of door bossen. [N 11, 2e; N 11, 2f; N 27, 3b; A 10, 4; monogr.] I-8
omweiden hertuieren: hęrtø̜̄rǝ (Opheers), herzetten: hęrzętǝ (Opheers) Het geregeld verplaatsen van vee. [N 3A, 11; monogr.] I-11
onbetrouwbare koopman halcot (wa.): ps. omgespeld volgens Frings.  hàlkətī (Opheers), vaurien (fr.): vgl. Niel-bij-Sint-Truiden Wl. (pag. II.440): vareng [var@]], 1. deugniet; -2. luiaard. Fr. vaurien.  vāriŋ (Opheers) Inventarisatie uitdrukkingen voor: scheldwoorden of misprijzende woorden kent uw dialect voor een weinig koopkrachtig en onbetrouwbaar koopman [kremmer, toesser, ruilebuiter, voorsnijer?] [N 21 (1963)] III-3-1
onderdeur onderste deel: o.ndǝrstǝ dei̯ǝl (Opheers), onderste halfdeur: o.ndǝrstǝ halǝf˱dø̄i̯ǝr (Opheers) Het onderste deel van een gehalveerde poortvleugel is meer voor dagelijks gebruik, bedoeld om toegang te verlenen aan voetgangers en kleine voertuigen (karretjes) en om, in gesloten stand, aan vee de doorgang te beletten. In plaats van een onderdeur kan ook een kleine hekdeur van latten gebruikt worden. Zie ook afbeelding 18.e bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 37c en 42d; monogr.] I-6
ondergoed ondergoed: oͅndərgut (Opheers), ŭndərgud (Opheers) ondergoed, onderkleren [t onderdinge] [N 25 (1964)] III-1-3
ondergronden, woelen ontbreken: ǫnt˱bręi̯kǝ (Opheers) Met een aparte ploeg of met een aan de gewone ploeg bevestigde schaar, klauw of haak de zool, harde laag of bank onder (in) de voor breken of openrakelen. [N 11, 46; N27, 13b] I-1
onderhaam onderhaam: ǫndǝrhaǝm (Opheers) Twee met elkaar verbonden kussens die het paard onder het haam draagt, als dat te groot is. [N 13, 11; monogr.] I-10
onderhandelen erop staan: ps. omgespeld volgens Frings.  drop st"i̯n (Opheers) Inventarisatie uitdrukkingen voor: in onderhandeling zijn over een bepaalde koop [in beding zijn met iemand?] [N 21 (1963)] III-3-1