e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opheers

Overzicht

Gevonden: 2005
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
erf mesthof: mēͅstoͅf (Opheers), meͅi̯stoͅf (Opheers) I-7
erf en omliggende landerijen boerderij: būrdǝrē̜i̯ (Opheers), goed: gui̯t (Opheers) De algemene benaming voor het boerenerf met de omliggende landerijen. [N 5AøIIŋ, 76f; L 38, 23] I-8
eten (ww.) eten: jittə (Opheers) eten [RND] III-2-3
etensresten overschot: Syst. Frings  ø͂ͅvərskoͅt (Opheers) Etensresten, overschotjes (orte?) [N 16 (1962)] III-2-3
evenaar, tweespanszwenghout balans: bálāns (Opheers), dobbele koppel: dǫbǝl [koppel] (Opheers), warsschei: jāsskęi̯ (Opheers) De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.] I-2
fijn droog stof stub: støp (Opheers) Fijn droog stof op landwegen. [N 27, 37c] I-8
fijngebouwd fijn: fęi̯n (Opheers) Gezegd van een paard met dunne, fijngebouwde poten. [N 8, 64c] I-9
flank flank: flāŋk (Opheers) Zijkanten van de buik tussen de achterste ribben en de heup. De flanken dienen kort, gesloten en gevuld te zijn. Zie afbeelding 2.32. [JG 1a, 1b; N 8, 12 en 32.10] I-9
flaphoed corniche (fr.): kornisj (Opheers), flabiehoed: [<flabberen, 2. (van kledingstukken) op slordige wijze loshangen?]  flabeͅhut (Opheers) flaphoed, slappe hoed met brede luifel [flambaar(hoed)] [N 25 (1964)] III-1-3
fluimen uitspuwen rochelen: røxələ (Opheers) spuwen: fluimen uitspuwen [kwalstere, kwaajere, uitgooje] [N 10 (1961)] III-1-2