e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opheers

Overzicht

Gevonden: 2005
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
havermoutpap havermoutpap: Syst. Frings  havərmūtpap (Opheers) Pap van havermout (haavere moute pap?) [N 16 (1962)] III-2-3
haverzak musette: myzętǝ (Opheers) Zak, gevuld met haver, die men een ingespannen paard omhangt om het te laten eten. [N 13, 90; monogr.] I-10
hecht van een mes hecht: o.  hēx (Opheers) handvat van een mes (hecht, heft) [N 20 (zj)] III-2-1
heer heer: he:ər (Opheers) heer [RND] III-3-1
hees, schor hees: his (Opheers) schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)] III-1-2
heibezem heibezem: hɛibɛsəm (Opheers) bezem gemaakt van heitakjes (heiwasser, heibezem) [N 20 (zj)] III-2-1
hek aan de ingang van een wei barrier: briǝr (Opheers) In dit lemma zijn vooral de antwoorden ondergebracht van de vragen naar ø̄hek aan de ingang van een weiø̄ (N 14, 67), ø̄een (toegangs)hek, gevlochten van twijgen en opgehangen tussen twee stijlen, dat in een omheining is aangebracht of op een dam (in een sloot) is geplaatstø̄ (A 25, 5a), ø̄een hek, slag- of draaiboom op een doorgang naar akker of weide, of ter versperring van een weg in privaatbezitø̄ (L 19B, 6). [N 14, 67; A 25, 5a; L 19B, 6; Vld.; JG, 2c; monogr.] I-8
hemel hemel: hi:məl (Opheers) hemel [RND] III-3-3
hen zonder staart bolstaart: buwǝlstat (Opheers) [N 19, 62b; monogr.] I-12
hengsel hengel: m.  hɛŋəl (Opheers) hengsel van waterketel van koper of ijzeren met hengsel en tuit (hengel, hengsel) [N 20 (zj)] III-2-1