19288 |
flikflooien |
mouwvegen:
ook materiaal znd 23, 55
moew vègen (L371p Ophoven),
mûu̯wvēͅgə (L371p Ophoven),
siroop smeren:
ook materiaal znd 23, 55
schroeap smeerə (L371p Ophoven),
vleien:
ook materiaal znd 23, 55
vleien (L371p Ophoven)
|
flikflooien [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
18912 |
flink; flinke persoon |
flink:
flink (L371p Ophoven)
|
geneigd om flink aan te pakken, om stevig door te werken [hel, flink] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18024 |
fluimen uitspuwen |
tuffen:
tuffen (L371p Ophoven)
|
Fluimen uitspuwen (tuffen, kwalsteren, klarken, kaatsjen). [N 109 (2001)]
III-1-2
|
21345 |
fluisteren |
fluisteren:
fluistərə (L371p Ophoven)
|
fluisteren [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
28760 |
fluweel, velours |
velours:
flūr (L371p Ophoven)
|
Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.]
II-7
|
18289 |
fluwelen broek |
velours (fr.) boks:
ein floerə boeks (L371p Ophoven),
ein floère boeks (L371p Ophoven)
|
een fluwelen broek [ZND 23 (1937)]
III-1-3
|
34307 |
fokbeer |
dekbeer:
dękbęǝr (L371p Ophoven),
fokbeer:
fǫkbęǝr (L371p Ophoven)
|
Mannelijk varken waarmee men fokt. [N 76, 9; N 19, 7; monogr.]
I-12
|
34312 |
fokzeug |
zoog:
zō.x (L371p Ophoven)
|
Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.]
I-12
|
25025 |
fonkelen, flonkeren |
fonkelen:
fonkelen (L371p Ophoven)
|
levendig, maar niet onrustig stralen of glanzen, warm schitteren [sprietelen, fonkelen, flonkeren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21559 |
fooi |
drinkgeld:
drinkgeld (L371p Ophoven)
|
de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)]
III-3-1
|