23922 |
god de vader |
god de vader:
god de vader (L371p Ophoven)
|
God de Vader. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23890 |
godsdienstonderricht op zondag |
catechismus van volharding:
kattegismes van volharding (L371p Ophoven)
|
Het godsdienstonderricht dat vroeger op zondagmiddag vóór het lof (d.w.z. van 14.30 tot 15.00 uur) werd gegeven aan jongeren die van school af waren). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23426 |
godslamp |
godslamp:
godslamp (L371p Ophoven)
|
De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23961 |
godslasteren |
godslasteren:
godslasteren (L371p Ophoven)
|
Godslasteren, blasfemeren. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23960 |
godslastering |
godslastering:
godslastering (L371p Ophoven)
|
Een godslastering, blasfemie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
34172 |
goed liggen |
goed:
gōt (L371p Ophoven)
|
Het kalf ligt goed in de baarmoeder: de voorpoten zullen het eerst naar buiten komen. [N 3A, 51]
I-11
|
19237 |
goed opschieten met zijn werk |
opschieten:
opscheten (L371p Ophoven)
|
goed opschieten met zijn werk [plakken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23796 |
goede vrijdag |
goede vrijdag:
gooje vriedig (L371p Ophoven)
|
De vrijdag in de week vóór Pasen, Goede vrijdag [Kaarvriediech]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23792 |
goede week |
goede week:
gooj week (L371p Ophoven)
|
De week vóór Pasen [gooj week, kaarwèch]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
22657 |
goedkoopste rang in een schouwburg |
uilenbak:
ulebak (L371p Ophoven)
|
De goedkoopste rang in een schouwburg [uilekot]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|