| 23732 |
huiszegen |
huiszegen:
hoeszegen (L371p Ophoven)
|
De Huiszegen, d.w.z. een ingelijste afbeelding van O.L. Heer aan het kruis, waaronder enkele gebeden, of een tekstplaat in sierschrift, waarop een gebed over huis en bewoners of een uit Rome ontvangen plaat waarop de afbeelding van de paus, vermelding van [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 21807 |
hulp vragen |
hulp vragen:
hulp vraogen (L371p Ophoven)
|
iemand vragen te helpen [genaden] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
| 18936 |
hulp, bijstand |
hulp:
hūlp (L371p Ophoven)
|
de ondersteuning die men iemand geeft om zijn werk af te maken [hulp, genade] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 24572 |
hulst |
hulst:
WBD/WLD
hulst (L371p Ophoven)
|
De altijdgroene heester met stijve, stekelpuntige, glimmende bladeren, witte bloemen en rode bessen; hulst (heukel, velst, ulster, prikblad). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 17956 |
huppelen |
huppelen:
huppelen (L371p Ophoven, ...
L371p Ophoven)
|
Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen) [N 108 (2001)] || Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 22405 |
hutselen |
hutselen:
hutselen (L371p Ophoven)
|
Schudden van het geld voordat men het opgooit [hutselen, uteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 19932 |
huur |
huur:
ø̄r (L371p Ophoven)
|
huur [ZND m]
III-2-1
|
| 20429 |
huwelijk |
trouw, de -:
trouw (L371p Ophoven)
|
de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
| 24049 |
huwelijksafkondigingen |
roepen:
de rope (L371p Ophoven)
|
De huwelijksafkondigingen, huwelijksgeboden, de "roepen", de "geboden". [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 24048 |
huwelijksexamen |
ondertrouwondervraging:
ongertrouwondervraoging (L371p Ophoven)
|
Het huwelijksexamen bij de pastoor. [N 96D (1989)]
III-3-3
|