18227 |
in lompen gekleed |
schamel:
schamel (L371p Ophoven)
|
In lompen gekleed [haveloos, schab(be)tig, schamel, lommelig] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
20383 |
in ondertrouw gaan |
ondertrouw:
ondertrouw (L371p Ophoven),
ondertrouwen:
ondertrouwen (L371p Ophoven)
|
aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaan-de echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 115 (2003)] || aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaande echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20252 |
in verwachting zijn |
groot gaan:
groat goan (L371p Ophoven),
in verwachting zijn:
in verwachting zeen (L371p Ophoven)
|
Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 115 (2003)], [N 84 (1981)]
III-2-2
|
21856 |
in voorraad |
voorradig:
veurraodig (L371p Ophoven)
|
in voorraad zijn [staan, voorradig zijn] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18037 |
indigestie (hebben) |
indigestie:
indegestie (L371p Ophoven),
indigestie (L371p Ophoven)
|
Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (muik, overetendheid). [N 84 (1981)] || Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (overetendheid, indigestie, maag van streek, muik). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
17982 |
ingebeelde ziekte |
inbeelding:
inbeelding (L371p Ophoven),
ingebeeld krank:
ingebeeld krank (L371p Ophoven)
|
Ingebeelde ziekte (niebekonter, iepreponder, hype). [N 107 (2001)], [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18849 |
ingetogen |
stil:
stil (L371p Ophoven)
|
zich onthoudend van buitensporigheden of uitspattingen, niet opzichtig [stil, bedaard, stemmig, ingetogen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25433 |
ingewanden van geslacht vee |
gemook:
gǝmyēk (L371p Ophoven)
|
Ingewanden van geslacht vee. Ook de algemene benamingen voor "ingewanden van vee" zijn hier opgenomen. [N 28, 58; N 28, 88; L 1a-m; L 1u, 106; Veldeke 26, 23; monogr.]
II-1
|
17909 |
ingieten (met geluid) |
klatsen:
klatsen (L371p Ophoven),
pletsen:
pletsen (L371p Ophoven)
|
gieten: Met een zeker geluid water ergens in gieten (patten). [N 84 (1981)] || Met een zeker geluid water ergens in gieten (spetteren, klotsen, klateren, spatten, plonsen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
33181 |
ingooien (in een kuiltje) |
gooien:
gōǝi̯ǝ (L371p Ophoven)
|
[N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 14 en 15]
I-5
|