e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
introïtus introtus (<lat.): introitus (Ophoven) De intredezang, introïtus, door het koor gezongen. [N 96B (1989)] III-3-3
inzet inzet: inzét (Ophoven) de inzet door de verkoper gedaan om de prijs op te voeren op een veiling [schut, buurmansschut] [N 89 (1982)] III-3-1
inzet bij het spel pot: pot (Ophoven) Het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik]. [N 88 (1982)] III-3-2
inzouten zouten: zaoten (Ophoven) zouten [ZND 08 (1925)] III-2-3
iris oogappel: augappel (Ophoven, ... ) Iris: het gekleurde gedeelte van het oog waarin zich de pupil bevindt (iris, oogappel). [N 106 (2001)] || Iris: het gekleurde gedeelte van het oog waarin zich de pupil bevindt. [N 84 (1981)] III-1-1
jaargetijde jaargetijde: jörgetiej (Ophoven) Een mis op de verjaardag van iemands overlijden, jaardienst, jaargetijde, jaargedachtenis [jörgentij, joaërgedechnis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
jaarmarkt jaarmarkt: jaormert (Ophoven) de markt die elk jaar op een vaste tijd wordt gehouden [foor, jaarmarkt] [N 89 (1982)] III-3-1
jaarring ring: (mv)  reŋ (Ophoven) Jaarlijkse ringvormige verdikking aan de hoorns. [N 3A, 106b] I-11
jacquetpak jacquet (<fr.): žəkeͅt (Ophoven) jacquetkostuum, bestaande uit zwarte slipjas, vest en gestreepte broek [sjeket, seket] [N 23 (1964)] III-1-3
jak bloes: blūs (Ophoven), bolero (<fr.): bòlərō (Ophoven) damesblouse, strak om het lichaam, hoog gesloten met boordje en met lange strakke mouwen [jak, seket] [N 25 (1964)] || vrouwenjak, kort jasvormig getailleerd bovenkledingstuk [jak, baskien, bollero, zeelewermer, kasjevek] [N 23 (1964)] III-1-3