24100 |
kruisheer |
kruisheer:
kruushier (L371p Ophoven)
|
Een Kruisheer [Kruushier]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23750 |
kruisje aan een kettinkje |
kettinkje met kruisje:
kettingske met kruuske (L371p Ophoven)
|
Een kruisje, aan een kettinkje om de hals gedragen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23717 |
kruisje van de rozenkrans |
kruisje:
kruuske (L371p Ophoven)
|
Het kruisje aan de rozenkrans. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24673 |
kruiskruid |
sint-janskruid:
WLD
St. Janskroet (L371p Ophoven)
|
Kruiskruid (senecio 5 tot 50 cm groot. De bladeren zijn bochtig veerspletig, kaal of licht spinnewebachtig behaard; de bloemen staan in kleine, langwerpige hoofdjes, straalbloemen ontbreken, de schijfbloemen ontbreken; omwindselblaadjes met zwarte top ( [N 92 (1982)]
III-4-3
|
25989 |
kruisplaten |
kruisbalken:
krȳs˱bɛlǝk (L371p Ophoven)
|
De kruiselings op de teerling liggende balken waarop de standerd staat. Zie ook afb. 12. [N O, 42c; Sche 11; A 42A, add.; N O, 42n]
II-3
|
23314 |
kruisprocessie |
kruisprocessie (<lat.):
kruusprecessie (L371p Ophoven),
kry.spərsesi (L371p Ophoven)
|
De processie die tijdens de kruisdagen gehouden wordt voor een goede oogst, de kruisprocessie . [N 96C (1989)] || kruisen [RND]
III-3-3
|
23705 |
kruisteken |
kruis:
kruus (L371p Ophoven)
|
Een kruisteken [kruis, krèùs/kröös, kruus, kruuts, kruusteiken?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23799 |
kruisverering |
kruisverering:
kruusverieering (L371p Ophoven)
|
Het gebruik om op Goede Vrijdag de relikwie van het Heilig Kruis te kussen, de Kruisverering. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23411 |
kruisweg |
kruisweg:
kruusweg (L371p Ophoven, ...
L371p Ophoven,
L371p Ophoven)
|
De 14 staties. [N 96B (1989)] || De gebedsoefening langs de 14 staties van Jezus gang van Pilatus naar Golgotha [kruisweg, kruuswèg, kruutswèèg]. [N 96B (1989)] || Het geheel van 14 kruiswegstaties in de kerk [kruu(t)swèèg, kruuswèg?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23413 |
kruiswegstatie |
kruiswegstatie:
kruuswegstatie (L371p Ophoven),
statie:
statie (L371p Ophoven)
|
Elk van de 14 afbeeldingen van Jezus kruisweg [statieoene, staties?]. [N 96A (1989)] || Één statie van de kruisweg. [N 96B (1989)]
III-3-3
|