21882 |
meevaller |
bijval:
bieval (L371p Ophoven)
|
een voordeel dat bij toeval verkregen wordt [trek, roef, roefel, brentje, hasard, bijval] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
22452 |
meiboom |
meiboom:
maibaum (L371p Ophoven)
|
De omstreeks 1 mei op het dorpsplein opgerichte boom die, met linten en kransen versierd, het middelpunt van allerlei volksvermaken vormde [meiboom]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
33337 |
meid, dienstmeid |
maagd:
māxt (L371p Ophoven)
|
Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.]
I-6
|
24331 |
meikever |
bisbabel:
ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005;
bizbābəl (L371p Ophoven),
WBD/WLD
bìsbabel (L371p Ophoven),
boekweitkever:
ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005;
bookeskêvert (L371p Ophoven)
|
Hoe noemt u de meikever: een soort kever, 24-30mm lang; met dekschild, de poten en sprieten zijn bruinrood, de kop en het borststuk zwart met op de onderzijde een dichte witte beharing; de buiksegmenten zijn zwart met aan elke zijde een opvallende, helwit [N 83 (1981)] || meikever [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
21699 |
meineed |
valse eed:
valse eid (L371p Ophoven)
|
een valse eed, meineed [N 96D (1989)]
III-3-1
|
20366 |
meisje met wie een jongen verkering heeft |
liefste:
leefste (L371p Ophoven, ...
L371p Ophoven)
|
het meisje met wie men verkering heeft [parmeteit, meid, fem, frul, caprice] [N 115 (2003)], [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20381 |
meisje met wie men verloofd is |
aanstaande:
aanstaonjde (L371p Ophoven)
|
verloofde [vrouwelijk] [fem, frul, caprice] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18580 |
meisjeshemd |
meisjeshemd:
mēsjeshumme (L371p Ophoven)
|
Meisjesondergoed, meisjeshemd [N 114 (2002)]
III-1-3
|
34454 |
mekkeren |
meken:
mē̜i̯kǝ (L371p Ophoven)
|
Geluid voortbrengen, gezegd van de geit. [N 19, 76b; monogr.]
I-12
|
18125 |
melaatsheid |
melaats:
melaats (L371p Ophoven),
melaatsheid:
melaatsheid (L371p Ophoven)
|
Melaatsheid: lepra, in de huid ontstaan knobbels; de ziekte kan tot afschuwelijke verminkingen leiden (leproosheid, lazerij). [N 84 (1981)] || Melaatsheid: lepra, in de huid ontstaan knobbels; de ziekte kan tot afschuwelijke verminkingen leiden (leproosheid, lepra, melaats, lazerij). [N 107 (2001)]
III-1-2
|