e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
motorfiets tuf: tøv (Ophoven) motor [RND] III-3-1
motregen, fijne regen motregen: motrēgen (Ophoven, ... ), motrègen (Ophoven), motrengels  moͅtrēͅgəl (Ophoven) klein beetje regen [muggepis, pleisterke regen] [N 81 (1980)] || motregen, stofregen [moef-, stief-, smook- naajersregen, stobber, mozel, mot, smies] [N 22 (1963)] || Motregenen. Vertaal in uw dialect: motregenen, het motregent (regenen met heel fijne druppels). [ZND 49 (1958)] || zeer weinig regenen, zodat de grond maar net nat is [spruikelen] [N 81 (1980)] III-4-4
motregenen, licht regenen zeveren: zeivere  zēͅivərə (Ophoven), zeverweer: zeiverwèr  zēͅivər wēͅr (Ophoven) beginnen te motregenen [te stieven, stiefregenen, mozelen, smossen, riezelen, ziebelen, zauwelen, netelen, zéémelen] [N 22 (1963)] || lichtjes regenen [sprenkelen, siebelen, zeiveren] [N 22 (1963)] III-4-4
mout mout: moat (Ophoven) Het op de eest of eestvloer gedroogde en eventueel geroosterde graan. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''eesten''. [N 35, 20; L 1a-m; L 1u, 166; S 5; Jan 14d; monogr.] II-2
mouwschort hoge scholk: huəyəšoͅlk (Ophoven) schort met mouwen [N 24 (1964)] III-1-3
muil muil: mūl (Ophoven) Zie afbeelding 2.9. [JG 1a, 1b] I-9
muilband naafband: nāf˱bá.jnjtj (Ophoven  [(mv bɛnj)]  ), naas: nās (Ophoven) Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.] II-11
muilkorf voor kalveren muilkorf: mūlkø̜rf (Ophoven) De muilkorf voor kalveren die geen hooi mogen vreten. [N 3A, 14e] I-11
muiltje slofje: sløfkəs (Ophoven) muiltjes, pantoffels zonder hielstuk [N 24 (1964)] III-1-3
muis van de hand muis: moes v.d. hand (Ophoven) Muis van de hand: het onderste, vlezige deel van de duim (schenk). [N 109 (2001)] III-1-1