22316 |
onnozele-kinderendag |
onnozele-kinderen:
onneuzele kinderen (L371p Ophoven),
onnuëzele kinjer (L371p Ophoven)
|
28 december, herinneringsdag van de kindermoord in Bethlehem, Onnozele Kinderen [Onnüezele Kinger, Allerkinderdag, der Kinderdag]. [N 96C (1989)] || De dag waarop de kinderen zich als vader en moeder verkleden (28 december) [oudvaaierkensdag, vaderkensdag, alderkinderen, onnozele kinderen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20922 |
onrijp |
groen:
WBD/WLD
greun (L371p Ophoven)
|
Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33535 |
onrijp, onvolgroeid |
groen:
WBD/WLD
greun (L371p Ophoven)
|
Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)]
I-7
|
19279 |
onrustig persoon |
zenuwpiet:
zenuwpiet (L371p Ophoven)
|
een onrustig persoon, persoon die geen rust heeft, altijd bezig is [roerwarmoes] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18973 |
onschuldig |
onschuldig:
onschuldig (L371p Ophoven)
|
zonder besef van goed en kwaad [onschuldig, onnozel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18861 |
onstuimig |
driftig:
driftig (L371p Ophoven)
|
moeilijk in toom te houden, driftig [wreed, onstuimig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25175 |
onstuimige lucht |
wilde lucht:
wildje locht
weld⁄ə loͅx (L371p Ophoven)
|
onstuimige, woest bewolkte lucht [grellig] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
21901 |
ontberen |
derven:
derven (L371p Ophoven)
|
niet hebben waaraan men grote behoefte heeft, ontberen [derven] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
23941 |
onthoudingsdag |
vrijdag:
vriedig (L371p Ophoven)
|
Een onthoudingsdag: dag waarop men geen vlees, spek en jus uit vlees mag gebruiken. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
17706 |
ontlasting hebben |
afgaan:
aafgon (L371p Ophoven),
kakken:
kakken (L371p Ophoven)
|
ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1995)]
III-1-1
|