17866 |
opschuiven |
opschuiven:
opschuven (L371p Ophoven),
schuiven:
schuven (L371p Ophoven)
|
Opschuiven: in een zijwaartse richting schuiven om plaats te maken (opschikken, schavielen, opschuiven). [N 84 (1981)] || Opschuiven: in zijwaartse richting schuiven (opschikken, schavielen, opschuiven, opzij gaan) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
19290 |
opspelen |
opspelen:
opspeulen (L371p Ophoven)
|
zeer boos uitvallen [sjamfoeteren, opspelen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33078 |
opsteken van de schoven |
opsteken:
ǫpstē.kǝ (L371p Ophoven)
|
Het op de oogstkar laden van de gedroogde schoven. Dit gebeurt door twee personen, de één, de opsteker (zie het lemma ''opsteker'', 5.1.4) steekt de schoven met een oogstgaffel van het hok naar de kar omhoog, waar de ander, de tasser (zie het lemma ''tasser op de wagen'', 5.1.5) de schoven aanneemt en in lagen (zie het lemma ''laag schoven op de wagen'', 5.1.7) op de oogstkar tast. Vergelijk ook het lemma ''hooi opladen'' (5.1.5) in aflevering I.3.' [JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-4
|
17900 |
optillen |
heffen:
huffen (L371p Ophoven),
opheffen:
ophøfə (L371p Ophoven),
òphøfə (L371p Ophoven)
|
(Op)heffen, tillen: in de hoogte heffen (beuren, heffen, tillen, lichten). [N 84 (1981)] || dat kan ik opheffen [ZND 26 (1937)] || optillen [RND]
III-1-2
|
26361 |
optrekken, opdraaien |
(de deuren) openzetten:
ō.pǝzętǝ (L371p Ophoven),
opdraaien:
ǫp˱drɛjǝ (L371p Ophoven)
|
De sluis openen met behulp van een hefboom of een winde. In het eerste geval spreekt men in het algemeen van optrekken, in het tweede geval van opdraaien of opendraaien. Volgens Coenen (pag. 47) gebeurde het opdraaien ɛs avonds, het afdraaien ɛs morgens. Zie ook het lemma ɛaflaten, afdraaienɛ.' [Vds 42; Jan 43; Coe 29; Grof 59; monogr.]
II-3
|
34000 |
optuigen |
aandoen:
ā.ndō.n (L371p Ophoven)
|
Een trekpaard van het nodige trektuig voorzien. Men zet het hoofdstel op het hoofd van het paard, plaatst het haam om zijn nek, legt het schoftzadel op zijn rug en doet het achterhaam aan. Tenslotte gespt men de verschillende delen aan elkaar. [JG 1b; N 8, 97a; monogr.]
I-10
|
19037 |
opzettelijk |
expres:
ook materiaal znd 1a-m
espres (L371p Ophoven)
|
opzettelijk [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
20130 |
opzitten |
bidden:
WBD/WLD
bejen (L371p Ophoven)
|
Hoe noemt u op de achterste poten zitten met opgeheven voorpoten, gezegd van een hond (bidden, lezen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
24703 |
orchis |
orchidee:
WLD
orchidee (L371p Ophoven)
|
Orchidee (orchidee, koekoekslelie) [N 92 (1982)]
III-4-3
|
25082 |
ordenen, rangschikken |
schikken:
schìkken (L371p Ophoven)
|
op een regelmatige of doelbewuste wijze plaatsen [schikken, rangschikken, schavelen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|