e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
overdekte doorgang achter de dubbele toegangspoort onder de poort: oŋǝr dǝ pǫrt (Ophoven) Achter de dubbele toegangspoort bevindt zich een ruimte, waarboven zich een dak of zolder bevindt. Deze ruimte geeft toegang tot een door woonhuis en bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Vergelijk ook afbeelding 6, gesloten hoeve. [N 5A, 77c; N 5, 110; div.; monogr.] I-6
overdragen overdragen: overdragen (Ophoven) Het overschrijden van de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 44] I-11
overdwars eggen op het kort [eggen]: ǫp t kǫrt (Ophoven) Men egt een akker in de breedte om de ploegvoren te breken of om hem van onkruid te zuiveren. Meestal wordt de akker daarna ook nog eens in lengte geëgd. In de betrokken woordtypen hieronder verschijnen dwars, wars e.d. steeds met a als klinker, ook al beantwoordt aan de meeste dialectvarianten veeleer een type met e (dwers e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het werkwoordelijk deel eggen en de weglating daarvan bij de varianten zie men de toelichting op het lemma ''eggen''.' [JG 1a + 1b + 1c + 2c; N 11, 84b; N 11A, 176d + 189d; monogr.] I-2
overhemd overhemd: øͅvərhømə (Ophoven) overhemd [ingels hemd, sporthemd, frontj] [N 23 (1964)] III-1-3
overhoeks eggen overoord [eggen]: øvǝrō.rt (Ophoven) Manier van eggen waarbij men met de eg schuin over de akker gaat. Men kan schuin in de lengterichting of schuin in de breedterichting eggen. Zie afb. 71. Nadat men een akker overhoeks geëgd heeft (om onkruid te bestrijden of om de grond gelijk te trekken), egt men hem gewoonlijk in de lengte af. Voor het werkwoordelijk deel eggen en de weglating daarvan bij de varianten zie men de toelichting bij het lemma ¬¥eggen¬¥. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 84c; N 11A, 177c; div.; monogr.] I-2
overhoop halen dooreen rammelen: doorijn rammelen (Ophoven), overhoop halen: euverhoup hoalen (Ophoven) Overhoop halen (modden). [N 84 (1981)] || Overhoop halen (modden, onderste boven / ondereen / overhoop halen) [N 108 (2001)] III-1-2
overjas (alg.) overjas: øvərja.s (Ophoven, ... ), ø̄vərjas (Ophoven, ... ) herenoverjas; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || herenoverjas; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || jas, lange zwarte (over)~ [pergeerjas, -keel, flankert] [N 23 (1964)] || overjas, lange ~, dik en warm [euverpalto, palzeer, jaager] [N 23 (1964)] III-1-3
overlangs heen en weer eggen [eggen]: [eggen] (Ophoven), op het lang [eggen]: ǫp t la.ŋk (Ophoven) Bedoeld wordt de manier van eggen, waarbij men in de lengterichting werkend, na het keren de volgende egbaan onmiddellijk (soms met een kleine overlapping) laat aansluiten bij de vorige. Voor het werkwoordelijk deel eggen en de weglating daarvan bij de varianten zie men de toelichting bij het lemma ''eggen''. [JG 1a + 1b + 1c + 1d; JG 2c; N 11, 84a; N 11A, 176c + 189c; monogr.] I-2
overleg overleg: euverlek (Ophoven) de beraadslaging, het overleggen met anderen [beschik, beleid, bezeei, beraad, overleg] [N 85 (1981)] III-3-1
overleggen overleggen: euverleggen (Ophoven) anderen raadplegen, een zaak met een ander bespreken [overleggen, ordenen, beraadslagen] [N 85 (1981)] III-3-1