e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pyjama pyjama {piama}: pižəma (Ophoven) pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)] III-1-3
quatertemperdag quatertemper (<lat.): quatertemper (Ophoven) De R.K. vastendag op de eerste woensdag, vrijdag en zaterdag van elk jaargetijde, quatertemperdag. [N 96C (1989)] III-3-3
raadsel(tje) raadsel(tje): ei reudselke (Ophoven) Een raadsel. [ZND 06 (1924)] III-3-2
raam raam: rām (Ophoven), venster: venstǝr (Ophoven), vęnstǝr (Ophoven) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9
raam van de landrol raam: rām (Ophoven) Het door twee lange en twee korte balkjes gevormde raam waarin of waaronder de rol of cylinder kan draaien. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 2c; JG 1b add.; N 11A, 184b + c + 185b; monogr.] I-2
raapzaadolie reubsmout: rø̄bsmǭ.t (Ophoven) De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.] I-5
raar, vreemd aardig: ook materiaal znd 19a, 003  aardich (Ophoven), aardig (Ophoven), vreemd: det is hiej vreemdj (Ophoven) Die is hier vreemd. [ZND 08 (1925)] || zonderling, vreemd [ZND 01 (1922)] III-1-4
raaskallen lullen: lullen (Ophoven) onzin praten, raaskallen [revelen, raaskallen, wauwelen, lullen, bazelen] [N 87 (1981)] III-3-1
raat graat: grǭt (Ophoven) Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.] II-6
raden raden: konste det raojen (Ophoven) Kunt ge dat raden? [ZND 06 (1924)] III-1-4