e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
razend van woede dol: dul (Ophoven) razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)] III-1-4
recht vooruitstoten met de armen duwen: dujen (Ophoven) Met de armen recht vooruit stoten (stoeken, duwen). [N 109 (2001)] III-1-2
rechte, vormeloze benen staken: staken (Ophoven) Rechte, vormeloze benen (stokken, stelten, palen, latten, staken) [N 109 (2001)] III-1-1
rechtop fiks: fiks (Ophoven) rechtopstaand, recht omhoog staand [fiks] [N 91 (1982)] III-4-4
rechtspreken rechten: rechten (Ophoven) rechtspreken [rechten] [N 90 (1982)] III-3-1
rechtstaande oren flaporen: flaporen (Ophoven) Rechtstaande oren (fik(s)oren, ezelsoren, (f)laporen, spitsoren). [N 109 (2001)] III-1-1
rechtvaardig rechtvaardig: rechtvêêrdig (Ophoven) Rechtvaardig. [ZND 06 (1924)] III-1-4
rector rector (lat.): rector (Ophoven) Een rector, de geestelijk leider van een klooster of gesticht. [N 96D (1989)] III-3-3
reeks, rij resem: resem (Ophoven), rij: rie (Ophoven), riej (Ophoven), ps. letterlijk overgenomen; of staat er ritj?  ri+j (Ophoven) een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)] || rij [ZND 19A (1936)] III-4-4
regelrad rad: rā.t (Ophoven) Rad waarmee men de afstand tussen de beide molenstenen kan regelen. De pan in het pasblok is daartoe op een ijzeren lat bevestigd, die met behulp van het rad op en neer geschroefd kan worden. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛlicht, steenlichtɛ.' [Vds 114; Jan 148; Coe 128; Grof 152] II-3