e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

Gevonden: 4907

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aanhoudend bepoetelen pampelen: pampelen (Ophoven) Aanhoudend in de handen nemen (haffelen, hampelen, knoevelen). [N 109 (2001)] III-1-2
aanhoudend regenen knoeien: knôêje  knujə (Ophoven) voortdurend regenen [knoeien] [N 22 (1963)] III-4-4
aanmalen aan de gang zetten: ān ǝ gaŋ zętǝ (Ophoven) Met een nieuwe of pas gescherpte molensteen beginnen te malen. In P 51 bracht men daarbij een hoeveelheid zemelen als eerste ø̄maalgoedø̄ tussen de stenen. Men noemde dit: een beetje zemelen tussenbrengen (ǝ betskǝ zēmǝlǝ tøsǝbreŋǝ). Zie ook het lemma ɛin het gemaal brengenɛ.' [N O, 36h; Vds 163; Jan 263; Coe 203; N O, 34q; monogr.] II-3
aanmelken stropen: strø̜̄u̯pǝ (Ophoven) Het maken van de eerste melkbewegingen bij een vaars die pas gekalfd heeft, gezegd van de boer. [N 3A, 61] I-11
aanrekenen aanschrijven: aanschrieven (Ophoven) betaling vragen voor een geleverd artikel; in rekening brengen [schrijven, aankalken] [N 89 (1982)] III-3-1
aanrijgen rijgen: riegen (Ophoven) tot een snoer verenigen [ritsen, resemen, rijgen] [N 91 (1982)] III-4-4
aanstaan aanstaan: aanstaon (Ophoven), gaden: gaadje (Ophoven), gaaie (Ophoven), gegaadj (Ophoven) behagen, bevallen, aangenaam zijn [gaden, gaaien, aanstaan] [N 85 (1981)] || Dat zal hem gaden (bevallen, aanstaan). [ZND 35 (1941)] III-1-4
aanstieren dekken: dɛkǝ (Ophoven) Een jonge koe voor het eerst laten paren. [N 3A, 30b; monogr.] I-11
aanstoot ergernis: ergernees (Ophoven) Ergernis, aanstoot [aring]. [N 96D (1989)] III-3-3
aanstoot geven ergeren: ergeren (Ophoven) mensen ontstemming of ergernis geven door onzedelijk gedrag [geven] [N 85 (1981)] III-1-4