id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
21182 | veerpont | veer: véér (Ophoven) | het vaartuig dat dient om voertuigen, personen enz. over een rivier te voeren [pont, veer, pomp, overzet, overzetter, overlaat, vlot] [N 90 (1982)] III-3-1 |
23659 | veertigurengebed | veertigurengebed: feertig orengebed (Ophoven) | Het veertigurengebed: de drie dagen = veertig uur durende aanbidding van het uitgestelde Allerheiligste, gehouden b.v. tijdens de carnavalsdagen. [N 96B (1989)] III-3-3 |
34267 | veestapel | beesten: biǝstǝ (Ophoven), vee: viǝ (Ophoven) | Al het vee dat op een boerenbedrijf aanwezig is. Vergelijk het lemma ''vee'' (13.11) in deze aflevering. [JG 1a, 1b] I-11 |
34282 | veevoer verzamelen | kruiden: krūi̯.ǝ (Ophoven), krūi̯ǝ (Ophoven) | Het plakken, trekken, steken of snijden van veevoer. Veevoer kan bestaan uit groenvoer, rapen, gras of gewassen als lupinen en serradella. Het verzamelen van veevoer kan dus bestaan uit verschillende handelingen. Object als "groenvoer", "konijnenvoer", "gras" e.a. zijn niet gedocumenteerd. Zie ook het lemma ''knollen uittrekken'' (2.2.6) in aflevering wld I.5. [N Q, 11c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 36, 65; monogr.] I-11 |
19431 | vegen, keren | keren: keͅi̯rə (Ophoven), kière (Ophoven), kīrə (Ophoven) | de vloer vegen, keren (zonder water) [ZND 34 (1940)] || Door strijken met een bezem, borstel van stof reinigen (keren, vegen, wissen, vagen) [N 79 (1979)] III-2-1 |
34244 | vel op gekookte melk | room: rǫu̯m (Ophoven), vel: vɛl (Ophoven) | Het vlies dat ontstaat bij afkoeling van gekookte melk. [N 6, 16; L 6, 16; L 14, 23; A 39, 7b] I-11 |
20943 | vel op melk | room: ook mat. van ZND 14, vr. 23 roum (Ophoven), vel: ook mat. van ZND 14, vr. 23 vel (Ophoven) | velletje op melk [ZND 06 (1924)] III-2-3 |
24919 | veld, open land | veld: veljdj (Ophoven) | veld, open land buiten de steden en dorpen, voor akkerbouw [pals] [N 81 (1980)] III-4-4 |
21742 | veldfles | veldfles: veldfles (Ophoven) | een fles die men op mars meeneemt om er onderweg uit te kunnen drinken [veldfles, bobbelke] [N 90 (1982)] III-3-1 |
23494 | veldkruis | veldkruis: veljdkruus (Ophoven) | Een kruisbeeld in het veld, langs de openbare weg opgericht [veldkruis, devotiekruis?]. [N 96A (1989)] III-3-3 |