21889 |
verdienen |
verdienen:
verdenen (L371p Ophoven)
|
geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
19377 |
verdieping |
verdiep:
verdeep (L371p Ophoven)
|
De verzamelnaam voor een horizontale laag in een huis tussen twee vloeren (verdieping, verdiep, stagie) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
24634 |
verdord |
dor:
WBD/WLD
dor (L371p Ophoven)
|
Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18823 |
verdriet; verdriet doen |
verdriet:
verdreet (L371p Ophoven)
|
een treurige stemming, zieleleed, kwelling van het gemoed, verdriet [trubbel, spijt, pijn, lijden, deer, vliem] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
34155 |
verdrogen |
droog worden:
dryǝx wē̜rǝ (L371p Ophoven)
|
Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a]
I-11
|
21757 |
verduisteren |
achterhouden:
achterhojen (L371p Ophoven)
|
ontvangen geld stiekem achterhouden [seminariën, taken] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17936 |
verdwenen |
gaan ritsen:
gaon ritsen (L371p Ophoven),
ritsen:
ritse (L371p Ophoven)
|
Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig (weg, verdwenen, rits, foetsie). [N 84 (1981)] || Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig zijn (weg, verdwenen, rits(e), foetsie, voert, voet) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
17924 |
verfrommelen |
fronselen:
frunselen (L371p Ophoven)
|
Frommelen, verfrommelen: kreukels maken in bijv. een zakdoek (frommelen, fommelen, fronselen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21453 |
vergaderen |
vergaderen:
vergaderen (L371p Ophoven)
|
ter vergadering bijeengekomen zijn, vergaderen [garen, gaderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
24614 |
vergeet-mij-nietje |
vergeet-me-nietje:
WLD
vergeet-me-nietje (L371p Ophoven)
|
Vergeet-mij-nietje (myosotis palustris 15 tot 50 cm groot. De stengels zijn meestal kantig; de bladeren zijn verspreid; de bloemen zijn vrij groot en hemelsblauw met gele kroonschubben; de kelk heeft korte, aangedrukte haren. Bloeitijd in mei tot septem [N 92 (1982)]
III-4-3
|