e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vliegennet vliegennet: vlēgǝnęt (Ophoven) Fijnmazig net dat over een ingespannen paard wordt gehangen om het tegen vliegen te beschermen. [JG 1a, 1b, 2a, 2b; N 13, 82a] I-10
vliegenraam, hor vliegendraad: vlegendraod (Ophoven) Vlechtwerk van metaaldraad in een raam gevat dat voor een venster wordt gezet om het binnenvliegen van insekten te beletten (hor, horretje, zeef, draad) [N 79 (1979)] III-2-1
vlieger vlieger: vleger (Ophoven), /  vleger (Ophoven, ... ), windvogel: wentjvogel (Ophoven), windjvogel (Ophoven), /  windjvogel (Ophoven) Een vlieger (kinderspeeltuig). [ZND 08 (1925)] || Het speelgoed bestaande uit een licht gestel, met papier bespannen, dat aan een lang touw in de lucht opgelaten wordt [vlieger, boog, draak, beugel, vliegaard, vliegerd]. [N 88 (1982)] || Lievelingsspel 4. [SND (2006)] || vlieger [SND (2006)] || windvogel [SND (2006)] III-3-2
vliegtuig vliegmachine: vleegmechien (Ophoven) het toestel waarmee men kan vliegen [vliegtuig, vliegmachine, vlieger] [N 90 (1982)] III-3-1
vliegveld vliegveld: vleegveljd (Ophoven) het grote, effen terrein met verharde banen van waaraf vliegtuigen kunnen opstijgen en waar zij weer kunnen landen [vliegveld, vliegplein] [N 90 (1982)] III-3-1
vliegwiel vliegwiel: vlē̜xwē̜l (Ophoven) Zwaar, metalen wiel dat door zijn draaiing een machine telkens door het dode punt moet brengen. [N 33, 280b] II-11
vlier heulenteutenboom: gecombineerd met ZND 8 055, idem  heulenteutebaum (Ophoven), vlierstruik: gecombineerd met ZND 8 055, idem  fleerstroek (Ophoven) vlierboom (sambucus nigra) [ZND 15 (1930)] III-4-3
vliering hanenzolder: hanezôlder (Ophoven) Verdieping boven een zolder, onder de pannen, meestal gebruikt als opslagruimte (vliering, scheerzolder, bovenzolder, hanezolder) [N 79 (1979)] III-2-1
vlies in een vrucht vlim: WBD/WLD  vlum (Ophoven) Het vliesje tussen vruchtvlees en pit bij een appel (blees, vlim). [N 82 (1981)] I-7
vlik vlik: (mv.)  vlekǝn (Ophoven) Een dun afgestoken stukje veen of heigrond of een zode van buntgras met losse turf vermengd. Vergelijk het lemma ''heiturf''. [N 27, 39h; I, 37] II-4