26395 |
watergoot bij onderslagmolens |
kift:
keft (L371p Ophoven)
|
De komvormige houten constructie waar het molenrad van onderslagmolens in draait, bestaande uit een bak met zijwanden die even breed als het rad en gedeeltelijk gerond is. Daardoor wordt de kracht van het water optimaal gebruikt. Bij veel molens werd de houten constructie in de loop van jaren vervangen door een betonnen gang. Zie ook afb. 71. [Vds 61; Jan 62; Coe 54; Grof 78]
II-3
|
20484 |
waterige kost |
slobber:
slobber (L371p Ophoven)
|
slobber; Hoe noemt U: Waterachtig voedsel (zwans, zwadder, zwadderatie, slidder, slierp, slobber, slobbering) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
19510 |
waterketel, moor |
moor:
moər (L371p Ophoven)
|
waterketel van koper of ijzeren met hengsel en tuit (moor, meur) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
21212 |
waterleiding |
waterleiding:
waterleiding (L371p Ophoven)
|
het stelsel van buizen waardoor drinkwater naar huizen geleid wordt [lei] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24632 |
waterloot |
waterloot:
WBD/WLD
waterloot (L371p Ophoven)
|
Een tak die ontstaat op de stam (dief, waterlot). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
25968 |
watermolen |
watermolen:
wātǝr[molen] (L371p Ophoven)
|
Een molen die aangedreven wordt door waterkracht. Al naar gelang de bouwwijze onderscheidt men drie molentypes: de bovenslagmolen, de onderslagmolen en de turbinemolen. Zie hiervoor respectievelijk de lemmata ɛbovenslagmolenɛ, ɛonderslagmolenɛ en ɛturbinemolenɛ. Het woorddeel -ømolenŋ is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛmolenɛ.' [Vds 2; Jan 2; Coe 2; Grof 3; N O, 32j; monogr.; N D add.; N D, 2]
II-3
|
24641 |
watermunt |
muntkruid:
WLD
mentkroet (L371p Ophoven)
|
Watermunt (mentha aquatica 25 tot 90 cm groot. De plant is behaard; de stengels met bloemen aan de top; de bladeren zijn eivormig, ze zijn gesteeld, de bladrand is gezaagd of gekarteld; de bloemen staan in dichte kransen en zijn roodlila van kleur; de k [N 92 (1982)]
III-4-3
|
26371 |
waterpeil |
waterpeil:
wātǝrpęjl (L371p Ophoven)
|
[Jan 53; Coe 39; Grof 69; Grof 65]
II-3
|
18128 |
waterpokken |
windpokken:
windpokken (L371p Ophoven, ...
L371p Ophoven)
|
Waterpokken: besmettelijke ziekte waarbij rode vlekjes op de huid ontstaan die in blaartjes overgaan (windpokken, wijnpokken, respok). [N 107 (2001)], [N 84 (1981)]
III-1-2
|
33631 |
waterput |
put:
pøt (L371p Ophoven),
pø̄t (L371p Ophoven),
pøͅt (L371p Ophoven),
waterput:
wōtərpøt (L371p Ophoven)
|
[N 12 (1961)] [RND 08] [ZND 32 (1939)]
I-7
|