e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ophoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zeugekooi varkensbak: vɛrkǝs˱bak (Ophoven) De aparte kooi of betimmering in een varkenshok die verhindert dat de zeug de biggen met haar zware lijf dooddrukt. Vroeger werden daarvoor op ongeveer 15 tot 20 cm afstand van de bodem en van de muren van de stal houten balken van ongeveer 12 cm dikte aangebracht. De ruimte tussen balken en vloer kan dan door de biggen als vluchtweg gebruikt worden. Tegenwoordig bevindt de zeug zich in een apart hok, waarvan aan twee kanten de onderste plank ontbreekt zodat de biggen bij de tepels kunnen die door de openingen steken. [N 5A, 62a; N 19, 18; N 76, 41d] I-6
zeven zeven: zeven (Ophoven) zeven; Hoe noemt U: Door een zeef laten lopen (zeven, ziften) [N 80 (1980)] III-2-1
zeven met de handzeef zeven: zē.vǝ (Ophoven) Zaaigraan winnen uit het met de wan gezuiverde graan door het te zeven. [N 14, 41b, 42b en 43b; JG 1a, 1b; Wi 43; S 45; monogr.] I-4
zich aankleden aankleden: aankleijen (Ophoven) Zich verkleden [verkleden, omkleden, omtrekken, iets anders aandoen] [N 114 (2002)] III-1-3
zich bedenken zich bedenken: zich bedenken (Ophoven) van besluit veranderen, van zijn mening terugkomen [zich bedenken, fineren] [N 85 (1981)] III-1-4
zich bemoeien met bemoeien: bemeuje (Ophoven), moeien: meuje (Ophoven), mēūje (Ophoven), ophouden: ophoaje (Ophoven) ik kan me daarmee niet bemoeien [ZND 21 (1936)] III-3-1
zich gedragen zich voegen: zich veugen (Ophoven) zich goed gedragen [zich voegen, zich gevoegen] [N 85 (1981)] III-1-4
zich haasten voortmaken: voortmaken (Ophoven), zich spoeden: spojen (Ophoven), zich spoeden (Ophoven) Zich haasten (zich haasten, zich spoeden, spujen) [N 108 (2001)] || Zich haasten. We moeten ons haasten om de bus te halen. [Lk 05 (1955)] III-1-2
zich heel wat inbeelden; ingebeeld persoon zich get inbeelden: zich gèt inbeelden (Ophoven) zich heel wat inbeeldend, een te hoge mening van zich zelf hebben [veel kak hebben, veil hebben, ophangen, veel gasconnades veil hebben] [N 85 (1981)] III-1-4
zich kwaad maken opmaken: opmaken (Ophoven) zich kwaad maken [zich opruien, zich optoornen, uit zijn korf schieten] [N 85 (1981)] III-1-4