| 25129 |
droogte |
droogte:
druəgdjə (L371p Ophoven)
|
droogte [ZND 33 (1940)]
III-4-4
|
| 20554 |
drop |
klits:
klits (L371p Ophoven, ...
L371p Ophoven),
klitskoek:
klitskook (L371p Ophoven)
|
drop [ZND 01u (1924)] || drop; Hoe noemt U: Ingedikt sap, aftreksel van zoethout, drop (kalissie, drop) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 20565 |
dropwater |
klits:
klits (L371p Ophoven),
klitskoekwater:
klitskookwater (L371p Ophoven)
|
dropwater [ZND 01u (1924)] || Hoe noemt U: Water waarin drop is opgelost (sepnat, kalissewater, kalissesap, poeliepek, kloters) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 24768 |
druifhyacint |
druifjes:
WLD
druufkes (L371p Ophoven)
|
Druifhyacint (muscari). Bloempjes dicht opeen, bijna kogelvormig. De onderste knikkend, de bovenste zacht opstaand, deze laatste meestal zonder stamper of meeldraden. De bloemen zijn blauw met een witte rand of geheel wit. In bossen en weilanden (traantje [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 25126 |
druilerig en koud weer |
nat (weer):
naat (L371p Ophoven),
regenachtig (weer):
regenechtig (L371p Ophoven),
vochtig (weer):
vochtig (L371p Ophoven),
zeverweer:
zeiverwèr
zēͅivər wēͅr (L371p Ophoven)
|
druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] || nat weer [versigheid] [N 81 (1980)] || nat, vochtig, gezegd van het weer [wak, luimerig] [N 81 (1980)] || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 33525 |
druiventros |
tros druiven:
tros droeve (L371p Ophoven)
|
[ZND 33 (1940)]
I-7
|
| 17941 |
druk heen en weer lopen |
rennen:
rennen (L371p Ophoven)
|
Bedrijvig heen en weer lopen (rondridderen, -rennen, rettereren). [N 109 (2001)]
III-1-2
|
| 21817 |
druk praten |
babbelen:
babbelen (L371p Ophoven)
|
druk praten [stemmen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 17896 |
drukken |
duwen:
dujen (L371p Ophoven)
|
Drukken: iets aan een wegende of stuwende kracht onderwerpen (drukken, prangelen, priegelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 19230 |
drukte maken |
druk doen:
druk doon (L371p Ophoven)
|
drukte maken, veel moeite doen meestal op luidruchtige wijze [omstand maken, spatsen maken, statie maken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|