e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L362p plaats=Opitter

Overzicht

Gevonden: 2129
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fluweel, velours velours: fluǝr (Opitter) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
fluwelen broek velours (fr.) boks: ’n floeərə boks (Opitter) een fluwelen broek [ZND 23 (1937)] III-1-3
fokmerrie meer: mē̜.r (Opitter) Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b] I-9
fokzeug zoog: zū.x (Opitter), zūi̯.x (Opitter) Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.] I-12
fooi fooi: foeij (Opitter) fooi [ZND 35 (1941)] III-3-1
fortuin maken een goede maken: hè zal ine gooie make (Opitter), erbovenop komen: hè zal er boeëven op komme (Opitter) Fortuin. [ZND 35 (1941)] III-3-1
franje franjel: fraanjələ (Opitter) bedsprei met franjes [ZND 23 (1937)] III-1-3
frankrijk frankrijk: vè höbbe in Frankriēk gezète (Opitter) Wij hebben in Frankrijk gezeten. [ZND 35 (1941)] III-3-1
gadeslaan? nakijken: z⁄n zaken noakieken (Opitter) Zijn zaken gadeslaan, goed zorgen voor zijn zaken. [ZND 35 (1941)] III-3-1
gaffel poort: poort  de port (Opitter) Worden de voorste kegels niet dichter bij elkaar geplaatst? Hoe noemt men dat? [ZND 36 (1941)] III-3-2