e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L362p plaats=Opitter

Overzicht

Gevonden: 2129
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong dat pas kan vliegen stug: stèg (Opitter) Vlug jong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong dat pluimen begint te krijgen duivelshaar: di.vəlshōr (Opitter) Jong dat pluimen begint te krijgen. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong en kaal vogeltje vogeltje: vy(3)̄əlgəlkə (Opitter, ... ) vogeltje [ZND 04 (1924)] III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. kak: g van garcon  kag (Opitter) jonge vogel die nog niet kan vliegen [ZND 36 (1941)] III-4-1
jong van een rund jong: jǫŋ (Opitter) [N 3A, 4] I-11
jong varken baggen (mv.): bage (Opitter), bagje: bakskǝ (Opitter) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge gans gansje: gāu̯skǝ (Opitter) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge kip pul: pęl (Opitter) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jongen jong: jong (Opitter, ... ) jongen (knaap) [ZND 01 (1922)] || jongen; een lamme - [ZND 29 (1938)] III-2-2
jurk kleed: e blauw kleid (Opitter), puntjes naast as staan er eigenlijk boven  ana zi kleit eͅs vael la‧ŋər da‧n deͅt va‧n mikə (Opitter) blauw kleed [ZND 32 (1939)] || Kleed. Annas kleed is veel langer als dat van Mieke [ZND 44 (1946)] III-1-3