e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opitter

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pekel pekel: pēkǝl (Opitter) De zoutoplossing waarin het vlees wordt bewaard. [N 28, 108; monogr.] II-1
pekelkuip tijn: tīn (Opitter) De houten kuip waarin men het gezouten vlees en spek bewaart. [N 28, 110; monogr.] II-1
penis van de stier pees: pɛ̄s (Opitter) Mannelijk geslachtsorgaan. [JG 1a, 1b] I-11
pennen, angen gepind: gǝpenjtj (Opitter) De sluisstijlen met behulp van angen aan de sluisbalk en de slagdorpel bevestigen. De sluisstijlen worden daartoe van een spits uiteinde voorzien, dat in een daarmee overeenkomend gat in de sluisbalk en de slagdorpel ingelaten kan worden. Het lemma bevat uitsluitend predicatief gebruikte voltooide deelwoorden. [Vds 37; Jan 33] II-3
pennenhouder pennensteel: pennestiel (Opitter, ... ) pennenhouder [ZND 40 (1942)] III-3-1
persen arbeid hebben: arbeid hebben (Opitter) Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47] I-11
persoon die alles kwijt is waaghals: ne woaghals (Opitter) Hoe heet iemand die alles bij het spel (bijvoorbeeld bij het knikkeren) heeft verloren? [ZND 29 (1938)] III-3-2
perzikkruid reutsel: rē̜tsǝl (Opitter) Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56] I-5
peterselie peterselie: petərsē.li (Opitter) [Goossens 1b (1960)] I-7
petroleumlamp quinquet: kinkee (Opitter, ... ) lamp [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-2-1