e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L415p plaats=Opoeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inleggen (in een voor) steken: stē̜.kǝ (Opoeteren) Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.] I-5
inschenken inschudden: sjöd nog mè ins in, want het waas hiêl lekker  insjödde (Opoeteren) inschenken III-2-3
inschieten inschieten: ensxētǝn (Opoeteren), enšētǝn (Opoeteren) Het deegbrood in de oven plaatsen. Een bij het werkwoord opgegeven object "brood", "deeg" e.d. wordt niet gedocumenteerd evenmin de bepaling "in de oven". [N 29, 45a; L 40, 13b; N 29, 30b; monogr.; OB 2, 2d] II-1
inspannen inspannen: e.nspanǝ (Opoeteren) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
inzouten inzouten: lett. fig. Di-j höbbe vèè doon ins stevig ingezaute: We hebben het haar eens terdege gezegd  inzaute (Opoeteren), zouten: zaute (Opoeteren) inzouten || zouten III-2-3
italiaan italianer: dat is eine Italjèner (Opoeteren), d⁄es nen Italièner (Opoeteren) Dat is een Italiaan. [ZND 36 (1941)] III-3-1
jaargetijde jaargetijde: jaorgetiej (Opoeteren), jaarmis: jaormes (Opoeteren) Een mis op de verjaardag van iemands overlijden, jaardienst, jaargetijde, jaargedachtenis [jörgentij, joaërgedechnis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
jak jak: jak (Opoeteren) jak (kort vrouwenkledingstuk) [ZND 27 (1938)] III-1-3
jaloers jaloers: zjeloers (Opoeteren), det waas zuu fi-jn, echt òm zjaloers op te wère  zjaloers (Opoeteren), ook materiaal znd 27, 44  zjeloers (Opoeteren) afgunstig, jaloers || jaloers [ZND 01 (1922)] III-1-4
jeneverbes bekelaar: bēͅkəlēͅrən (Opoeteren), -  be:kəlerə (Opoeteren), bekelarenbeer: -  be:kəlerəɛbi:rə (Opoeteren), jeneverbeer: zənēͅvərbīr (Opoeteren) jeneverbes (Juiniperus communis L.) [ZND 34 (1940)] || jeneverbes (Juniperus communis L.), de struik [ZND 49 (1958)] || jeneverbes (Juniperus communis L.), de vrucht [ZND 49 (1958)] III-4-3