e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L415p plaats=Opoeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kraaltjes pareltjes: pɛ.rəlkəs (Opoeteren) kraaltjes [RND] III-3-2
kraamverzorgster verpleegster: verpleegster (Opoeteren) Moderne, niet gediplomeerde verpleegster; benaming voor de vrouw die gedurende een aantal dagen na de bevalling moeder en kind verzorgd? [ZND 46 (1946)] III-2-2
kraan van de metalen gierton kraan: krān (Opoeteren) De kraan van de zinken gierton bestaat uit een korte, met een schuif of klep te sluiten buis, die van achteren voorzien is van of zich voortzet in een schuine of opgebogen lip of plaat. Als de kraan geopend is, stroomt de gier uit de ton tegen deze lip op waardoor zij zich in een wijde boog verspreidt. De in dit lemma opgenomen termen hebben achtereenvolgens betrekking op de kraan, het sluitstuk als geheel, het gierverspreidend onderdeel daarvan en de schuif of klep waarmee de kraan geopend en gesloten wordt. [JG 1a + 1b; N P, 6; N 11A, 54c; monogr.] I-1
kraanvogel kroenekraan: krunekrane (mv.) (Opoeteren) kraanvogel III-4-1
kralen van de rozenkrans bolletjes: belkes (Opoeteren) De kralen van de rozenkrans [de kralle, krelkes, kraole, kräölkes?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kramer kramer: leurder  kriemer (Opoeteren), lommelkramer: opkoper van vodden  lommelkremer (Opoeteren) Kramer. [ZND 36 (1941)] III-3-1
kreeft kreeft: ook in ZND 28, 048  krēͅft (Opoeteren) kreeft [ZND 01 (1922)] III-2-3
krekel krekel: krekel (Opoeteren) krekel [ZND 01 (1922)] III-4-2
krentenbrood krentenbrood: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  krentebrood (Opoeteren), krentebrūd (Opoeteren) krentenbrood [ZND 28 (1938)] III-2-3
kreukelen fronselen: det kleit fronselt (Opoeteren) Hoe noemt men het wanneer een kleed dat niet past, zich in plooien zet ? [ZND 32 (1939)] III-1-3