e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L415p plaats=Opoeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nieuwjaar wensen nieuwjaar wensen: noejaor winsen (Opoeteren) Nieuwjaar wensen, Nieuwjaar winnen, afwinnen. [N 96C (1989)] III-3-2
nieuwsgierig nieuwsgierig: nûwsjiêrig (Opoeteren) nieuwsgierig III-1-4
nieuwsgierigaard nieuwsgierige naas: ein nûwsjiêrige naas (Opoeteren) een nieuwsgierig iemand III-1-4
nijdnagel nagelring: na:gəlriŋ (Opoeteren), nagelrinj (Opoeteren) Hoe noemt men een los stukje vel aan de rand van de nagel van van een vinger ? (Nederl. nij(d)nagel, dwangnagel, stroopnagel) [ZND 49 (1958)] || ik heb een nijdnagel (waar de huid langs de vingernagel inscheurt) [ZND 31 (1939)] III-1-2
nijptang pitstang: petstaŋ (Opoeteren), trektang: tręktaŋ (Opoeteren) In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor tangen van diverse vorm en grootte die vooral dienen om spijkers uit trekken, maar vaak ook gebruikt worden om draadnagels of metaaldraad af te knippen. Zie ook afb. 144. Uit het Leuvens materiaal L B2, 228-229 blijkt, dat het woordtype trektang vooral de benaming is voor een vrij grote tang waarmee spijkers kunnen worden uitgetrokken. [N 33, 180; N 64, 47b; L B2, 228-229; monogr.; div.] || In het algemeen een tang die vooral dient om spijkers uit te trekken en metaaldraad, spijkers, dun plaatmateriaal, e.d. af te knippen. Zie ook afb. 95 en het lemma ɛnijptangɛ in wld II.11, pag. 92-93. Het woordtype vlechttang is de benaming voor een nijptang die wordt gebruikt bij het verwerken van betonijzer. Deze tang heeft kleinere bekken en langere armen dan de nijptang. Zie ook het lemma ɛbetonijzerɛ in Wld II.9, pag. 47.' [N 53, 142a-c; N 53, 143; monogr.] II-11, II-12
niks waard niks waard: niks weèrt (Opoeteren) Hoe zegt men van iets dat geen waarde heeft? (dat is geen ... waard). [ZND 28 (1938)] III-3-1
nippen lepsen: Hèè zitsj al ein hauv oor aan zee pintsje te lepse  lepse (Opoeteren), siffen: Tantsje sifde effe aan hère koffie viêr te ki-jke es dèè neet te heit waas  siffe (Opoeteren) met kleine teugjes drinken || slurpen III-2-3
nitraat nieterzout: nitǝrzaw.t (Opoeteren) Zout van salpeterzuur. Deze stof gebruikt men eveneens ter bedwelming van de bijen. [N 63, 77c; JG 1a+1b; JG 2b-5, 10; monogr.] II-6
noodbed, kermisbed paljas: paljas (Opoeteren, ... ) noodbed, kermisbed [ZND 40 (1942)] III-2-1
nooddoop nooddoop: noedduip (Opoeteren) Een nooddoop, gadoop, geedoop [jieëdoof]. [N 96D (1989)] III-3-3