e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L415p plaats=Opoeteren

Overzicht

Gevonden: 3008
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
breien strikken: koeeze strikken (Opoeteren), sokken strikken (Opoeteren) Kousen breien. [ZND 22 (1936)] III-1-3
breinaald strikijzer: strikiezers (Opoeteren, ... ) Hoe heten de stalen pennen waarmee gebreid wordt? [ZND 22 (1936)] III-1-3
breken breken: brēͅkə (Opoeteren) breken [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
breken, pletten breken: brę̄.kǝ (Opoeteren), pletten: plɛtǝ (Opoeteren) Haver met behulp van de haverpletter bewerken. In dit lemma is geen onderscheid gemaakt tussen enerzijds haver breken en haver pletten. Coenen (pag. 163) merkt over beide begrippen op: ø̄Als de boer de haver grof wenste, dan brak de molenaar ze, haver die gepletterd werd, was fijn.ø̄ [Vds 238; Jan 246; Jan 247; Coe 222; Grof 251] II-3
brem brem: bröm (Opoeteren), -  brem (Opoeteren) brem || brem: lage heester met gele zijstandige bloemen, die in de heide of ok langs spoorbanen groeit; fr. genêt; lat. genista [ZND 32 (1939)] III-4-3
brengen brengen: breŋə (Opoeteren) brengen [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
bretel bretel (<fr.): brətel (Opoeteren), help: ei paar maus... helpen (Opoeteren), helpen (Opoeteren) draagband om een broek op te houden (fr. bretelle) [ZND 35 (1941)] III-1-3
breuk breuk: breuk (Opoeteren), brieek (Opoeteren), briək (Opoeteren) een breuk [ZND A2 (1940sq)] || hij heeft een breuk (in de buik; Fr. hernie) [ZND 22 (1936)] III-1-2
brief brief: brēf (Opoeteren), brɛ.f (Opoeteren) brief [RND], [ZND m] III-3-1
briesen spruisen: sprű.sǝ (Opoeteren) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9